Ga verder naar de inhoud

Arbeidshof Luik, afdeling Namen, 13 mei 2025

Wallonie Bruxelles Enseignement beging een inbreuk op het Sociaal Strafwetboek door de bepalingen over het re-integratietraject niet na te leven. 

Een werkgever die tekort schiet bij een re-integratietraject, voldoet niet aan de verplichting om redelijke aanpassingen uit te werken.

Gepubliceerd op: 13/05/2025
Domeinen: Arbeid, Onderwijs
Beschermde kenmerken: Discriminatie op basis van handicap (validisme)
Rechtsinbreuk(en): Discriminatie (burgerrechtelijk), Weigeren redelijke aanpassingen, Inbreuk welzijnswet en/of sociaal strafwetboek
Rechtsmacht: Arbeidshof
Rechtsgebied: Luik
Unia (burgerlijke) partij: neen

Feiten

Een directrice die in een atheneum van de Franse Gemeenschap werkte, werd tijdelijk ongeschikt verklaard voor haar functie. Zij diende een verzoek in om een re-integratietraject op te starten. Er werd een re-integratieplan afgesproken en na 1 jaar werd een verzoek tot verlenging ingediend. Maar daarna werd de uitvoering van het re-integratieplan opgeschort. De reden hiervoor was dat de vrouw niet voldeed aan de voorwaarden voor ‘verlof wegens opdracht’ (cf. decreet van de Franse Gemeenschap van 24 juni 1996) omdat ze niet definitief ongeschikt was verklaard.

Na onderzoek werd vastgesteld dat Wallonie Bruxelles Enseignement (WBE) de bepalingen inzake re-integratietrajecten uit de codex over het welzijn op het werk niet naleefde tegenover het volledige personeel. WBE weigerde re-integratietrajecten op te zetten of voort te zetten wanneer de betrokkenen niet voldeden aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor ‘verlof wegens opdracht’. Het arbeidsauditoraat stelde, na onderzoek, een vordering in bij de arbeidsrechtbank. Enkele andere personen sloten zich hierbij aan.

De arbeidsrechtbank Luik, afdeling Namen, oordeelde in een vonnis van 13 oktober 2023 dat de bepalingen over re-integratietrajecten uit de codex over het welzijn op het werk van toepassing zijn op het onderwijzend personeel (voor zover de Franse Gemeenschap geen specifieke bepalingen heeft aangenomen in omgekeerde zin). 

Vervolgens stelde de arbeidsrechtbank vast dat WBE, minstens sinds 2020, de bepalingen over het re-integratietraject uit de codex over het welzijn op het werk niet naleefde en zich daardoor schuldig maakte aan een inbreuk op artikel 127 van het Sociaal Strafwetboek. 

Beslissing

Het arbeidshof bevestigt het vonnis van de arbeidsrechtbank: WBE pleegde sinds september 2020 een inbreuk op artikel 127 van het Sociaal Strafwetboek door de bepalingen over re-integratietrajecten uit de codex over het welzijn op het werk niet na te leven. WBE moet ten aanzien van de betrokkenen een re-integratietraject uitwerken.

Eén van de betrokkenen had aangevoerd dat WBE redelijke aanpassingen had geweigerd en vroeg daarvoor een schadevergoeding van 6 maanden brutoloon. Die schadevergoeding werd toegekend door het arbeidshof op grond van het decreet van de Franse Gemeenschap van 12 december 2008. Een werkgever die een re-integratietraject tot een goed einde brengt, voldoet volgens het arbeidshof aan de verplichting om redelijke aanpassingen uit te werken. A contrario handelt een werkgever die tekortkomingen begaat in verband met een re-integratietraject in strijd met de antidiscriminatiewet. En bijgevolg is die werkgever onderhevig aan de sancties uit de antidiscriminatiewet.

Unia was geen betrokken partij.

Afgekort: Arbh. Luik, afd. Namen, 13/5/2025 - Rolnummer 2023/AN/145 en 2023/AN/1638

Wetgeving:

Op de hoogte blijven van juridisch nieuws?