Arbeidsrechtbank Brussel (Nederlandstalig), 22 oktober 2012
Een man van Iraanse afkomst dient zijn kandidatuur als zelfstandig bankagent in, maar hij wordt niet weerhouden. Hij meent dat zijn afkomst een rol heeft gespeeld. Zijn raadsman dient een verzoekschrift in om een forfaitaire schadevergoeding te krijgen.
[Hoger beroep: Arbeidshof Brussel (Nederlandstalig), 24 juli 2013]
[Zie ook: Arbeidsrechtbank Brussel (Nederlandstalig), 28 november 2014 en Arbeidshof Brussel (Nederlandstalig), 27 juni 2016]
Feiten
Een man wilde, samen met enkele andere personen, een zelfstandig bankagentschap uitbaten via een op te richten vennootschap. Hij ondertekende een principeovereenkomst met een bank. Maar uiteindelijk werd zijn kandidatuur niet weerhouden. De bank verwees hiervoor naar informatie over de betrokkenheid van de man bij faillissementen. De man beweerde dat de weigering verband hield met zijn Iraanse afkomst en hij vorderde een schadevergoeding op grond van de antiracismewet.
Na het advies van het openbaar ministerie wijzigde de man zijn vordering. Hij vroeg aan de voorzitter van de arbeidsrechtbank om de staking van de discriminatie te bevelen en hieraan een forfaitaire schadevergoeding te koppelen.
Beslissing
De voorzitter van de arbeidsrechtbank oordeelde dat de aangevoerde discriminatie zich situeerde in het selectieproces en de toegang tot de arbeidsmarkt.
De voorzitter van de arbeidsrechtbank hield vervolgens enkel rekening met de vraag om een forfaitaire schadevergoeding toe te kennen. De vordering om de staking van de discriminatie te bevelen was ingediend na het advies van het openbaar ministerie. Na dit advies mogen geen nieuwe eisen worden geformuleerd, maar mag enkel nog geantwoord worden op het advies.
Vervolgens verklaarde de voorzitter van de arbeidsrechtbank zich onbevoegd om kennis te nemen van de vordering om een forfaitaire schadevergoeding toe te kennen. De zaak werd verwezen naar de arbeidsrechtbank.
De man had een forfaitaire schadevergoeding gevraagd buiten de hypothese van de stakingsvordering. De voorzitter van de arbeidsrechtbank kan evenwel geen kennis nemen van een autonome vordering tot betaling van een forfaitaire schadevergoeding. Dit kan enkel in samenhang met een vordering tot staking.
Unia was geen betrokken partij.
Afgekort: Arbrb. Brussel (Nl.), 22/10/2012 - Rolnummer 11/16230/A