Arbeidsrechtbank Brussel (Franstalig), 1 september 2025
Het arbeidsreglement van een onderneming bevat een neutraliteitsclausule. Het bedrijf weigert de kandidatuur van een vrouw die om religieuze redenen een hoofddoek draagt. De arbeidsrechtbank oordeelt dat er geen sprake is van discriminatie.
Feiten
Het arbeidsreglement van een onderneming bevat een neutraliteitsclausule. Het is niet toegelaten om in de onderneming zichtbare tekenen te dragen die verwijzen naar een politieke, filosofische of religieuze overtuiging. Een vrouw die een hoofddoek draagt om religieuze redenen solliciteert bij het bedrijf. Haar kandidatuur wordt geweigerd. Ze meent dat er sprake is van discriminatie op grond van geloofsovertuiging en gender.
Beslissing
Discriminatie op grond van geloofsovertuiging
Volgens de arbeidsrechtbank is er geen sprake van directe discriminatie op grond van geloofsovertuiging. Het arbeidsreglement verbiedt het dragen van tekenen die verwijzen naar een politieke, filosofische of religieuze overtuiging. Het verbod is dus niet specifiek gericht op het verbieden van één bepaalde politieke, filosofische of religieuze overtuiging.
Volgens de arbeidsrechtbank is er ook geen sprake van indirecte discriminatie op grond van geloofsovertuiging. De neutraliteitsclausule in het arbeidsreglement is bedoeld om de sociale cohesie en de collegialiteit in de onderneming te verzekeren en kwam er op vraag van de werknemers. De neutraliteitsclausule beantwoordt aan een reële behoefte en wordt gerechtvaardigd door een legitiem doel, namelijk het handhaven van de sociale vrede in de onderneming.
Discriminatie op grond van gender
Er is volgens de arbeidsrechtbank geen sprake van discriminatie op grond van gender, want de neutraliteitsclausule maakt geen enkel onderscheid tussen vrouwen en mannen.
Tegen het vonnis werd hoger beroep aangetekend.
Unia was betrokken partij.
Afgekort: Arbrb. Brussel (Fr.), 1/9/2025 - Rolnummer 23/3990/A