Arbeidsrechtbank Gent, afdeling Gent, 26 augustus 2025
Een vrouw is arbeidsongeschikt op het ogenblik dat haar werkgever enkele verzekeringen aanpast. Daardoor gelden de aanpassingen niet voor haar. Volgens de arbeidsrechtbank wordt de vrouw gediscrimineerd op basis van haar gezondheidstoestand.
Feiten
Een vrouw trad in 1989 in dienst van een mutualiteit als maatschappelijk werkster. In 2016 werd ze arbeidsongeschikt. Haar arbeidsongeschiktheid werd erkend tot en met 1 augustus 2026, de datum van haar wettelijk pensioen.
Haar werknemer sloot 2 verzekeringen af: een verzekering gewaarborgd inkomen en een premievrijstellingsverzekering. De verzekeringen werden aangepast in 2019, naar aanleiding van de verhoging van de pensioenleeftijd van 60 tot 65 jaar. Maar omdat de vrouw op dat ogenblik arbeidsongeschikt was, gold de aanpassing niet voor haar.
De vrouw meent dat er een ongeoorloofd onderscheid werd gemaakt tussen:
- personeelsleden die arbeidsongeschikt zijn geworden voor de leeftijd van 60 jaar (voor wie de verlening van de verzekeringen tot 65 jaar niet geldt) en
- personeelsleden die arbeidsongeschikt zijn geworden na de leeftijd van 60 jaar (voor wie de verlenging van de verzekeringen tot 65 jaar wel geldt)
Beslissing
De arbeidsrechtbank gaat na of er sprake is van discriminatie op grond van leeftijd en/of gezondheidstoestand.
- Voor leeftijd verwijst de arbeidsrechtbank naar artikel 12, § 2, 4° antidiscriminatiewet dat toelaat om een eindleeftijd op te leggen voor invaliditeitsverzekeringen.
- Voor gezondheidstoestand oordeelt de arbeidsrechtbank dat een direct onderscheid wordt gemaakt op basis van de gezondheidstoestand: arbeidsongeschikte werknemers worden anders behandeld dan arbeidsgeschikte werknemers. Dit onderscheid is, volgens de arbeidsrechtbank, niet objectief gerechtvaardigd door een legitiem doel en de vrouw werd ten onrechte uitgesloten.
De werkgever had verwezen naar artikel 79 verzekeringswet dat zou verhinderen dat een bestaand risico wordt verzekerd. Maar, zo stelt de arbeidsrechtbank, op het ogenblik van de weigering van de dekking was het niet zeker dat de vrouw arbeidsongeschikt zou blijven tot aan haar pensioenleeftijd. Het verzekerd risico was op dat ogenblik allerminst definitief en vaststaand voltrokken.
De arbeidsrechtbank legt de uitvoering in natura op van de verzekeringsovereenkomsten.
Unia was geen betrokken partij.
Afgekort: Arbrb. Gent, afd. Gent, 26/8/2025 - Rolnummer 23/474/A
Wetgeving:
- Wet betreffende de verzekeringen (4 april 2014)