Ga verder naar de inhoud

Arbeidsrechtbank Leuven, 5 augustus 2021

Een vakbondsafgevaardigde wordt ontslagen en eist, naast zijn specifieke ontslagvergoeding op grond van de wet van 19 maart 1991, een bijkomende vergoeding op grond van discriminatie. Een lid van de vakbond sluit zich bij de zaak aan eveneens op basis van diezelfde discriminatiegrond.

[Hoger beroep: Arbeidshof Brussel (Nederlandstalig), 6 mei 2024]

[Waarschuwing: vonnissen en arresten kunnen kwetsend taalgebruik bevatten.]

Gepubliceerd op: 05/08/2021
Domeinen: Arbeid
Beschermde kenmerken: Discriminatie op basis van syndicale overtuiging
Rechtsinbreuk(en): Discriminatie (burgerrechtelijk), Directe discriminatie
Rechtsmacht: Arbeidsrechtbank
Rechtsgebied: Leuven
Unia (burgerlijke) partij: neen

Beslissing

De arbeidsrechtbank meent dat de specifieke ontslagvergoeding de discriminatie reeds dekt en dat er dus geen bijkomende vergoeding verschuldigd is, hoewel cumul niet is uitgesloten. Het vakbondslid kan wel aanspraak maken op de forfaitaire vergoeding voorzien door de antidiscriminatiewet.

Unia was geen betrokken partij.

Afgekort: Arb.rb.Leuven, 5-08-2021

Wetgeving: 

Op de hoogte blijven van juridisch nieuws?