Arbeidsrechtbank Luik, afdeling Luik, 21 mei 2024
Het ontslag van een arbeider tijdens een periode van afwezigheid wegens ziekte is volgens de arbeidsrechtbank discriminatoir gelet op verschillende elementen.
Feiten
Een man, die was tewerkgesteld als arbeider, werd tijdens zijn ziekteverlof ontslagen om dringende reden. Hij was in ziekteverlof wegens rugproblemen. De werkgever had door een privédetective en een deurwaarder laten vaststellen dat de man tijdens zijn ziekteverlof aan het werken was in zijn toekomstige woning.
Beslissing
De arbeidsrechtbank oordeelde dat het ontslag om dringende reden niet gerechtvaardigd was, onder meer omdat de deurwaarder had vastgesteld dat de man slechts gedurende een half uurtje een activiteit had uitgeoefend in zijn toekomstige woning en omdat het helemaal niet duidelijk was wat die activiteit juist inhield.
De man meende dat zijn ontslag discriminatoir was (omwille van zijn gezondheidstoestand). De arbeidsrechtbank oordeelde dat de man een vermoeden van discriminatie kon aantonen dat door de werkgever niet kon worden weerlegd. Hij kreeg de wettelijke schadevergoeding van 6 maanden brutoloon.
De arbeidsrechtbank kwam tot dit besluit op basis van verschillende elementen: de man werkte al tien jaar in het bedrijf en hij had nog nooit een verwittiging gekregen, het bedrijf had geen controle laten uitvoeren op de arbeidsongeschiktheid, de man werd niet gehoord over de feiten, de afwezigheid van de man had niet geleid tot een desorganisatie van de dienst …
Unia was geen betrokken partij.
Afgekort: Arbrb. Luik, afd. Luik, 21-5-2024 – rolnummer RG 23/342/A