Ga verder naar de inhoud

Correctionele rechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, 5 juni 2019

Een man wordt vervolgd voor wapenbezit, belaging, aanzetten tot haat of geweld en het verspreiden van denkbeelden gegrond op rassuperioriteit of rassenhaat. De haatboodschappen en belaging worden via Twitter gepost en viseren onder meer twee medewerkers van Unia.

[Waarschuwing: vonnissen en arresten kunnen kwetsend taalgebruik bevatten.]

Gepubliceerd op: 05/06/2019
Domeinen: Media en sociale media
Beschermde kenmerken: Racisme
Rechtsinbreuk(en): Haatspraak, Aanzettingsmisdrijf, Verspreidingsverbod, Haatmisdrijf, Belaging en elektronische belaging, Bedreiging
Rechtsmacht: Correctionele rechtbank
Rechtsgebied: Antwerpen
Unia (burgerlijke) partij: ja

Feiten

In 2014 begon een anonieme Twittergebruiker, gekend onder zijn schuilnaam “Fidelio”, via meerdere schuilnamen met het verspreiden van verschillende haatdragende tweets, zoals: “De enige manier om Marokkaans ongedierte te vernietigen is door tegelijkertijd iedereen die zich pro-islam uitspreekt aan te pakken. Marokkanen klop je in mekaar. Géén gelul! Moslims verachten of haten is niet genoeg, ze moeten worden uitgemoord met gebruik van extreem geweld, zoals snoeihaag en een vleeshaak”.

De auteur van deze uitlatingen viseerde ook expliciet verschillende publieke figuren, waaronder Els Keytsman (co-directrice van Unia) en een schrijfster (toenmalige medewerkster van Unia), door bijvoorbeeld een foto van ratten te plaatsen naast hun foto met als onderschrift “alle ratten moeten uitgeroeid worden” en “moslim-pijpende collaborerende hoer”.

Unia heeft zich burgerlijke partij gesteld, net zoals Els Keytsman en de voormalige medewerkster van Unia.

Juridische kwalificatie

Het parket heeft de auteur van de uitlatingen gedagvaard op grond van het misdrijf van aanzetten tot (artikel 20 van de Antiracismewet), van verspreiden van denkbeelden over rassuperioriteit (artikel 21 van de Antiracismewet) en van belaging (artikel 442bis van het Strafwetboek). 

De beklaagde moest zich eveneens verantwoorden voor bedreigingen en inbreuken op de wapenwetgeving.

Beslissing

De rechter heeft geoordeeld dat alle misdrijven bewezen waren.

Aangaande de belaging verwijst de rechtbank naar de rechtspraak van het Hof van Cassatie (Cass. 7 juni 2011; Cass. 29 oktober 2013): “De beklaagde zou moeten weten dat het herhaaldelijk verspreiden van foto’s met daarin misprijzende, vijandige en haatdragende boodschappen gedragingen zijn die door slachtoffers als verontrustend worden beschouwd”. De rechtbank past ook de verzwarende omstandigheid voorzien in artikel 442ter van het Strafwetboek toe en preciseert dat het gedrag van de beklaagde ingegeven werd door de haat, het misprijzen of de vijandigheid ten aanzien van de slachtoffers, wegens hun geslacht (voor wat betreft Els Keytsman en de voormalige medewerkster van Unia) en de nationale afstamming (voor wat betreft de voormalige medewerkster van Unia).

Wat betreft de misdrijven uit de Antiracismewet, vermeld het vonnis met name: “door zijn welbewust en doordacht handelen zet beklaagde derden aan tot racisme. Hij plaatst racistische berichten en laat volgers toe racistische opmerkingen te blijven spuien”.

De beklaagde is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 maanden (met uitstel van 5 jaar) en een geldboete van 800 €. Op burgerlijk gebied werd de beklaagde veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan Unia en de overige burgerlijke partijen van respectievelijk 500 euro en 750 euro.

Het vonnis is definitief.

Aandachtspunten

Deze beslissing herneemt dat de vrijheid van meningsuiting ook grenzen kent op Twitter. Wat offline strafbaar is, is ook online strafbaar. De sociale netwerken zijn geen wetteloos gebied en niet alles is toegelaten, zelf onder een schuilnaam.

Het is de eerste uitspraak waarin de verzwarende omstandigheid van het haatmotief wegens het geslacht wordt erkend. Hiervoor maakt de rechtbank toepassing van de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof die verduidelijkt dat de toepassing van de verzwarende omstandigheid niet vereist dat het haatmotief de enige drijfveer is van de dader (GwH, 17/2009, 12 februari 2009, B. 96.1).

Unia was betrokken partij

Afgekort: Corr.rb.Antwerpen, 5-06-2019

Op de hoogte blijven van juridisch nieuws?