Hof van Cassatie, 29 oktober 2013
In een hele reeks YouTube-filmpjes laat F.B. zich in bijzonder grove en kwetsende bewoordingen uit ten aanzien van een politica getroffen door een ongeneeslijke ziekte (ondertussen is ze overleden). Ook andere politici worden zwaar op de korrel genomen. Een aantal van zijn uitlatingen betreffen niet-moslims.
Op 6 juni 2013 werd hij veroordeeld door het hof van beroep van Antwerpen. Hij diende een cassatieverzoek in: volgens zijn verdediging ging het om een drukpersmisdrijf, dat door het hof van assisen moet worden beoordeeld en waarvoor de ‘gewone’ rechtbanken niet bevoegd zijn.
[Eerste aanleg: Correctionele rechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, 30 maart 2012 en Correctionele rechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, 4 mei 2012]
[Hoger beroep: Hof van beroep Antwerpen, 6 juni 2013]
[PM - Cassatie: Hof van Cassatie, 29 oktober 2013]
[Zie ook: Correctionele rechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, 30 november 2012]
[Waarschuwing: vonnissen en arresten kunnen kwetsend taalgebruik bevatten.]
Beslissing
Het Hof van Cassatie bevestigt zijn rechtspraak zoals reeds geformuleerd in een arrest van 6 maart 2012. Een drukpersmisdrijf vereist een strafbare meningsuiting in een tekst die vermenigvuldigd is door een drukpers of een gelijkaardig procedé, zoals digitale verspreiding.
De vermenigvuldiging van strafbare mondelinge of audiovisuele meningsuitingen levert geen persmisdrijf op. Het gaat in die gevallen immers niet om geschreven teksten.
Wetgeving:
- Artikel 10 Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (4 november 1950) (artikel 10 EVRM)
- Artikel 19 en artikel 150 Grondwet
- Artikel 442bis Strafwetboek