Correctionele rechtbank Brussel (Franstalig), 29 november 2022
Een man wordt veroordeeld voor het verspreiden van racistische denkbeelden op Facebook. Hij plaatste racistische commentaren gericht aan het adres van een burgemeester van Afrikaanse origine.
[Waarschuwing: deze uitspraak kan kwetsend taalgebruik bevatten.]
Feiten
2 personen werden vervolgd voor het plaatsen van racistische commentaren op Facebook. Die commentaren waren gericht aan het adres van een burgemeester van Afrikaanse origine en werden geplaatst naar aanleiding van een debat over het koloniale verleden van België.
De eerste beklaagde schreef: “Cher. Mr. Bourgmestre, je connais un très bon taxidermiste qui ce (sic) fera une joie de vous immortaliser gratuitement et placer au musée parmi les animaux d’Afrique” (vrije vertaling : Beste Mijnheer Burgemeester, ik ken een zeer goede taxidermist die u graag gratis zal vereeuwigen en in het museum zal plaatsen bij de dieren van Afrika).
De tweede beklaagde schreef : “Pas que feneant (sic) se sont des imbéciles, impossible de leur apprendre quelque chose, conduire n’en parlons pas quand tu suis un tu as pas besoin de le voir que pour savoir que tu es derrière un, évidement faire deux choses en même temps ça devient difficile !” (vrije vertaling: Niet alleen lui, het zijn dwazen, onmogelijk om hen iets aan te leren. Rijden, praat er niet over, als je er één volgt is het niet nodig om hen te zien om te weten dat je er achter één zit. Uiteraard wordt het moeilijk als je twee dingen tegelijk moet doen!”).
Juridische kwalificatie
Het openbaar ministerie vervolgde de beklaagden voor:
- Aanzetten tot haat of geweld jegens een persoon (artikel 20, 2° antiracismewet 1981 zoals gewijzigd in 2007 – thans artikel 250, 2° Strafwetboek).
- Aanzetten tot discriminatie of segregatie jegens een groep, een gemeenschap of de leden ervan (artikel 20, 3° antiracismewet 1981 zoals gewijzigd in 2007 – thans artikel 250, 3°-Strafwetboek).
- Verspreiden van denkbeelden die zijn gegrond op rassuperioriteit of rassenhaat (artikel 21 antiracismewet 1981 zoals gewijzigd in 2007 – thans artikel 251 Strafwetboek).
Beslissing
De eerste beklaagde werd vrijgesproken, zowel voor het aanzettingsmisdrijf als voor het verspreidingsmisdrijf. Het bericht was beledigend en kwetsend, maar voldeed niet aan de wettelijke voorwaarden van deze misdrijven.
De tweede beklaagde werd vrijgesproken voor het aanzettingsmisdrijf en veroordeeld voor het verspreidingsmisdrijf. Hij had, in antwoord op een bericht waarin Afrikanen als lui werden bestempeld, publiekelijk een bericht verspreid met als doel Afrikanen te denigreren en te categoriseren. De tweede beklaagde werd veroordeeld tot een autonome probatiestraf van 1 jaar. De beklaagde moest werken aan een reflectie over en bewustwording van de problematiek van discriminatie.
Het slachtoffer kreeg een schadevergoeding van 500 euro (en een rechtsplegingsvergoeding van 910 euro).
Unia was geen betrokken partij.