Ga verder naar de inhoud

Correctionele rechtbank Luxemburg, afdeling Aarlen, 16 maart 1998

Een conflict tussen een Algerijn en een Belg leidt tot slagen en verwondingen. De Algerijnse man beweert dat de Belg hem in aanwezigheid van derden racistische beledigingen naar het hoofd heeft geslingerd. De correctionele rechtbank acht dit, bij gebrek aan getuigen, niet bewezen, maar veroordeelt de Algerijn voor slagen en verwondingen.

[Waarschuwing: deze uitspraak kan kwetsend taalgebruik bevatten.]

Gepubliceerd op: 16/03/1998
Domeinen: Samenleving
Beschermde kenmerken: Racisme
Rechtsinbreuk(en): Haatspraak, Aanzettingsmisdrijf, Haatmisdrijf, Slagen en verwondingen
Rechtsmacht: Correctionele rechtbank
Rechtsgebied: Luxemburg
Unia (burgerlijke) partij: neen

Juridische kwalificatie

Het openbaar ministerie vervolgde de beklaagden voor:

  • Aanzetten tot discriminatie, rassenscheiding, haat of geweld jegens een groep, een gemeenschap of de leden ervan (artikel 1, 2° antiracismewet 1981 – thans artikel 250, 3°-4° Strafwetboek) (eerste beklaagde).
  • Opzettelijke slagen en verwondingen met ziekte of ongeschiktheid tot het verrichten van persoonlijke arbeid ten gevolge (artikel 399 oud Strafwetboek) (tweede beklaagde).

Op de hoogte blijven van juridisch nieuws?