Ga verder naar de inhoud

Correctionele rechtbank West-Vlaanderen, afdeling Brugge, 19 januari 2024

De correctionele rechtbank oordeelt dat de racistische uitlatingen van de verdachte, die werden gedaan op een camping, weliswaar beledigend waren, maar anderen niet hebben aangezet tot haat of geweld.

[Waarschuwing: vonnissen en arresten kunnen kwetsend taalgebruik bevatten.]

Gepubliceerd op: 19/01/2024
Domeinen: Samenleving
Beschermde kenmerken: Racisme
Rechtsinbreuk(en): Haatspraak, Aanzettingsmisdrijf
Rechtsmacht: Correctionele rechtbank
Rechtsgebied: West-Vlaanderen
Unia (burgerlijke) partij: neen

Feiten  

Tijdens de zomermaanden kampeerden een echtpaar en hun twee kinderen op een camping in Middelkerke. ’s Nachts werden ze wakker door het geroep van één van hun buren. Die maakte hen allerlei racistische verwijten.

Juridische kwalificatie  

Het openbaar ministerie vervolgde de beklaagde voor de volgende tenlastelegging:  

  • Aanzetten tot haat of geweld (artikel 20, 2° Antiracismewet).

Beslissing 

De correctionele rechtbank spreekt de beklaagde vrij.

Aanzetten veronderstelt dat de dader de intentie en de verwachting heeft dat diegene tot wie hij zich richt zal discrimineren, haten of geweld gebruiken. De dader moet niet de bedoeling hebben anderen aan te zetten tot concrete, welbepaalde feiten. Degene die aanzet is strafbaar, los van het feit of diegene die wordt aangezet hierop ingaat.

De correctionele rechtbank stelt vast dat er sprake is van zware, racistische beledigingen. Maar het is onduidelijk of de verdachte de intentie had om andere personen aan te zetten tot haat of geweld. Bovendien kan uit de verklaringen niet afgeleid worden dat de uitlatingen gericht waren aan omstanders.

Unia was geen betrokken partij.

Afgekort: Corr.rb. West-Vlaanderen, afd. Brugge, 19-1-2024 -rolnummer 23B002414

Op de hoogte blijven van juridisch nieuws?