Ga verder naar de inhoud

Europees Comité voor Sociale Rechten, 19 maart 2025

Het Europees Comité voor Sociale Rechten oordeelt onder meer dat het Vlaamse Gewest onvoldoende doet om het discriminatieverbod op het vlak van huisvesting te doen eerbiedigen.

Gepubliceerd op: 19/03/2025
Domeinen: Huisvesting
Beschermde kenmerken: Racisme, Discriminatie op basis van handicap (validisme), Discriminatie op basis van vermogen, Discriminatie op basis van sociale toestand of afkomst, Discriminatie op basis van burgerlijke staat, gezinssamenstelling en gezinsverantwoordelijkheid
Rechtsinbreuk(en): Andere, Discriminatie (burgerrechtelijk), Directe discriminatie
Rechtsmacht: Andere rechtsmacht
Rechtsgebied: Raad van Europa
Unia (burgerlijke) partij: neen

Feiten

FEANTSA (Europese Federatie van organisaties die met daklozen werken) diende een klacht in bij het Europees Comité voor Sociale Rechten (ECSR) omdat ze van oordeel was dat het beleid en de praktijk inzake huisvesting in het Vlaamse Gewest strijdig is met verschillende bepalingen uit het Europees Sociaal Handvest. 

Eén van de grieven van FEANTSA was dat het Vlaamse Gewest onvoldoende doet om het discriminatieverbod op het vlak van huisvesting te doen eerbiedigen.

Het ECSR controleert of de aangesloten lidstaten de regels van het Europees Sociaal Handvest naleven en bestaat uit 15 onafhankelijke en onpartijdige leden gekozen door het Comité van Ministers van de Raad van Europa.

Beslissing

Het ECSR oordeelt dat er een schending is van artikel 16 van het Europees Sociaal Handvest (recht van het gezin op sociale, wettelijke en economische bescherming): 

  • Het Vlaams Gewest neemt ontoereikende maatregelen om de betaalbaarheid van huisvesting voor kwetsbare groepen te verbeteren. 
  • Er is een hoog percentage ondermaatse woningen en de maatregelen om de huisvestingsnormen in het lagere segment van de private huurmarkt te handhaven zijn ontoereikend.
  • Er is geen systematische verzameling van gegevens over uithuiszettingen en dakloosheid; er wordt veelvuldig gebruik gemaakt van kortlopende huurcontracten en niet van standaardcontracten van 9 jaar; er worden onvoldoende maatregelen genomen om uithuiszettingen uit huurwoningen te voorkomen.

Het ECSR oordeelt dat er ook een schending is van artikel E (discriminatieverbod) in combinatie met artikel 16 van het Europees Sociaal Handvest: 

  • De voorwaarde van lokale binding voor de toewijzing van sociale woningen is discriminatoir.
  • De effectieve uitvoering van het discriminatieverbod bij de toegang tot huurwoningen is niet gewaarborgd.

Er is, ten slotte, volgens het ECSR geen sprake van een schending van het Europees Sociaal Handvest met betrekking tot de verplichting om Nederlands te leren en zich in te schrijven bij de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding.

Unia was geen betrokken partij.

Afgekort: EU-Comité Sociale Rechten, 19/3/2025 - rolnummer 203/2021

Wetgeving:

Op de hoogte blijven van juridisch nieuws?