Ga verder naar de inhoud

Grondwettelijk Hof, 4 juni 2020

Een hogeschool van de Stad Brussel verbiedt in haar huishoudelijk reglement o.m. het dragen van religieuze tekens. Ze beroept zich hiervoor op het decreet van 31 maart 1994 van de Franse Gemeenschap (artikel 3) dat de neutraliteit van het gemeenschapsonderwijs definieert. Meerderjarige leerlingen die de hoofddoek wensen te dragen, starten een rechtszaak en de rechtbank formuleert een prejudiciële vraag.

[Prejudiciële vraag: Rechtbank van eerste aanleg Brussel (Franstalig), 9 mei 2018]

[PM - Antwoord prejudiciële vraag: Grondwettelijk Hof, 4 juni 2020]

[Definitief vonnis na prejudiciële vraag: Rechtbank van eerste aanleg Brussel (Franstalig), 24 november 2021]

[Zie ook: Rechtbank van eerste aanleg Brussel (Franstalig), 14 november 2022 (prejudiciële vraag ingevolge procedure derdenverzet) en Grondwettelijk Hof, 21 november 2024 (antwoord prejudiciële vraag)]

Gepubliceerd op: 04/06/2020
Domeinen: Onderwijs
Beschermde kenmerken: Discriminatie op basis van geloof of levensbeschouwing
Rechtsinbreuk(en): Discriminatie (burgerrechtelijk), Directe discriminatie, Indirecte discriminatie
Rechtsmacht: Grondwettelijk Hof
Rechtsgebied: België
Unia (burgerlijke) partij: ja

Beslissing

Het verbod is niet in tegenstrijd met de neutraliteitsplicht die geldt in het officieel onderwijs en houdt geen schending in van de godsdienstvrijheid zoals gewaarborgd door het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens.

Unia was betrokken partij.

Afgekort: GwH., 4-06-2020

Wetgeving:

Decreet van de Franse Gemeenschap betreffende de bestrijding van sommige vormen van discriminatie (12 december 2008)

Decreet van de Franse Gemeenschap houdende bepaling van de neutraliteit van het Gemeenschapsonderwijs (31 maart 1994)

Artikel 9 Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (4 november 1950) (artikel 9 EVRM)

Op de hoogte blijven van juridisch nieuws?