Hof van beroep Bergen, 26 april 2006
Het hof van beroep heeft formeel het standpunt van de correctionele rechtbank van 4 januari 2006 bevestigd wanneer deze de draagwijdte van het geschrift dat beklaagde tot 800 personen gericht heeft, toetste aan de wet van 30 juli 1981.
[Eerste aanleg: Correctionele rechtbank Henegouwen, afdeling Charleroi, 4 januari 2006]
[Waarschuwing: deze uitspraak kan kwetsend taalgebruik bevatten.]
Feiten
De correctionele rechtbank veroordeelde een persoon wegens het strafbaar aanzetten tot haat op basis van een brief die hij aan 800 personen verstuurde, waarin vermeld stond dat 70% van de criminaliteit gelieerd is met de drugshandel en verbonden met immigranten of clandestiene vreemdelingen.
Juridische kwalificatie
Het openbaar ministerie vervolgde de beklaagde voor:
- Aanzetten tot discriminatie, rassenscheiding, haat of geweld jegens een groep, een gemeenschap of de leden ervan (artikel 1, 2° antiracismewet 1981 – thans artikel 250, 3°-4° Strafwetboek).
Beslissing
Door de duidelijke taal die in de brief gesproken wordt heeft beklaagde aangezet tot haat ten aanzien van migranten aangezien hij laat uitschijnen dat ze moeten gelijk gesteld worden met misdadigers en dat ze over meer sociale, fiscale en politieke rechten beschikken dan ‘echte Belgen’.
Unia was betrokken partij.