Ga verder naar de inhoud

Hof van beroep Gent, 4 maart 2014

Tijdens een handgemeen gebruikte de beklaagde racistische scheldwoorden. Die loutere omstandigheid impliceert evenwel niet dat de drijfveer van de slagen en verwondingen bestond uit racistisch geïnspireerde haat of vijandigheid zoals bedoeld in artikel 405quater Strafwetboek.

[Waarschuwing: deze uitspraak kan kwetsend taalgebruik bevatten.]

Gepubliceerd op: 04/03/2014
Domeinen: Samenleving
Beschermde kenmerken: Racisme
Rechtsinbreuk(en): Haatmisdrijf, Slagen en verwondingen
Rechtsmacht: Hof van beroep
Rechtsgebied: Gent
Unia (burgerlijke) partij: neen

Feiten

Een man van Afrikaanse origine werd aangevallen door een persoon die dronken was en midden op een kruispunt was gaan staan om auto's tegen te houden. Tijdens het daaropvolgende handgemeen gebruikte die persoon racistische scheldwoorden tegenover het slachtoffer.

Juridische kwalificatie

Het openbaar ministerie vervolgde de beklaagde voor:

  • Opzettelijke slagen en verwondingen (artikel 398 oud Strafwetboek) met discriminerende drijfveer als verzwarende omstandigheid (artikel 405quater oud Strafwetboek).

Beslissing

Volgens het hof van beroep werd het handgemeen niet veroorzaakt door haat of vijandigheid tegenover het slachtoffer wegens diens huidskleur of zogenaamd ras. Het was volgens het hof van beroep twijfelachtig of de beklaagde, die dronken was, op voorhand kon zien of weten dat de bestuurder van één van de betrokken auto’s, meer bepaald het slachtoffer, van Afrikaanse origine was.

De beklaagde was dronken en trakteerde iedereen in zijn omgeving op een aangepaste scheldtirade. In het geval van het slachtoffer nam die de vorm aan van racistische beledigingen, maar dit impliceerde niet dat racistisch geïnspireerde haat of vijandigheid de drijfveer van de dader zou zijn. 

Unia was geen betrokken partij.

Afgekort: HvB Gent, 4 maart 2014

Het arrest werd gepubliceerd in Rechtskundig Weekblad 2014-15, p. 833.

Op de hoogte blijven van juridisch nieuws?