Hof van beroep Luik, 11 maart 1988
Het is een misdrijf in de zin van artikel 2 antiracismewet als een cafébaas weigert iemand te bedienen om redenen die inherent zijn aan de etnische herkomst van de betrokkene, en die niet gerechtvaardigd kunnen worden door diens kledij, gedrag of dergelijke.
[Waarschuwing: deze uitspraak kan kwetsend taalgebruik bevatten.]
Feiten
In eerste aanleg werden de beschuldigden vrijgesproken (Correctionele rechtbank Namen, 31 juli 1987).
Juridische kwalificatie
Het openbaar ministerie vervolgde de beklaagden voor:
- Rassendiscriminatie bedrijven bij het leveren of het aanbieden van levering van een goed of dienst (artikel 2 antiracismewet 1981 – thans artikel 254 Strafwetboek).
Aandachtspunt
Het is interessant te vermelden dat het hof van beroep de getuigenis van een derde over een tweede ‘uitgelokte’ weigering door het slachtoffer als bewijs aanvaardt.
Volgens het hof betreft het hier geenszins een “list (. . .) die tot doel heeft om de gedaagden een overtreding te laten begaan, maar betreft het het vergaren van getuigenbewijs”.