Hof van Cassatie, 11 januari 2022

Feiten

2 ex-partners werden door de raadkamer verwezen naar de correctionele rechtbank voor verschillende feiten: (wederzijdse) slagen en verwondingen, laster, beledigingen en verboden wapendracht.

Eén van de ex-partners had een lastercampagne gevoerd tegen de andere ex-partner via berichten op Facebook en het verspreiden van flyers. De correctionele rechtbank oordeelde dat de feiten van laster en belediging een drukpersmisdrijf vormden.

Vervolgens verklaarde de correctionele rechtbank zich onbevoegd voor alle feiten op grond van de volgende overweging: "Omdat er tussen de tenlasteleggingen onmiskenbaar samenhang aanwezig is en een goede rechtsbedeling vereist dat alle tenlasteleggingen samen worden behandeld. Alle tenlasteleggingen hebben betrekking op een relationeel conflict tussen beide beklaagden en alle handelingen, acties en doelstellingen die de beklaagden tegen elkaar ondernemen zijn daarin te kaderen en hadden tot doel de andere te schaden."

Beslissing

Het Hof van Cassatie oordeelt dat de procedure lijkt uit te wijzen dat de strafvordering deels betrekking heeft op de vermenigvuldiging en verspreiding van teksten en digitale teksten die een strafbare meningsuiting kunnen inhouden. De correctionele rechtbank was, gelet op de regels over samenhang, derhalve onbevoegd om van de vordering van het openbaar ministerie en van de burgerlijke partijen kennis te  nemen.

Unia was geen betrokken partij.

Afgekort: Cass. 11/1/2022 - rolnummer P.21.1560.N