Raad van State, 15 juli 2024
Een werkneemster verzocht om redelijke aanpassingen. Volgens de werkgever waren er geen redelijke aanpassingen mogelijk in haar huidige functie. Zij kreeg daarom een alternatief takenpakket toegewezen dat evenwel nadelig was voor haar gezondheidstoestand. De Raad van State schorst de beslissing van de werknemer en spoort de betrokkenen aan om te overleggen en een nieuwe beslissing te nemen.
Feiten
Een statutaire werkneemster van de Stad Gent is tewerkgesteld in de postkamer. Zij leidt aan een autisme spectrum stoornis en aan een obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis. Na een afwezigheid wegens ziekte vraagt zij een re-integratietraject aan. Dit re-integratietraject wordt stopgezet. De werkneemster meent dat het re-integratietraject totaal onrechtmatig werd stopgezet en dat de werkgever geen enkele redelijke aanpassing heeft gedaan ondanks de gezondheidsproblematiek van de werkneemster. Na een gesprek met de directeur krijgt de werkneemster te horen dat er geen redelijke aanpassingen mogelijk zijn binnen de postkamer en dat zij een alternatief takenpakket krijgt buiten de postkamer.
Beslissing
De Raad van State wijst op de verplichting van de werkgever om te voorzien in redelijke aanpassingen, gelet op artikel 22ter van de Grondwet en artikel 3 en 14 van de Antidiscriminatiewet.
Er is volgens de Raad van State sprake van een ernstig middel van uiterst dringende noodzakelijkheid:
- De Raad van State stelt vast dat het zorgvuldigheidsbeginsel en de hoorplicht werden geschonden. De werkneemster, arbeidsarts en externe jobcoach werden immers niet betrokken bij het toewijzen van het nieuwe takenpakket (ernstig middel).
- Daarnaast stelt de Raad van State vast dat de toewijzing van een alternatief takenpakket nefast is voor de gezondheidstoestand van de werkneemster (uiterst dringende noodzakelijkheid).
De Raad van State schorst de tenuitvoerlegging van de beslissing om een aangepast takenpakket toe te wijzen en spoort de werkgever aan om de beslissing te heroverwegen na overleg met de werkneemster, arbeidsarts en externe jobcoach.
Unia was geen betrokken partij.
Afgekort: RvS, arrest nr. 260.435, 15-7-2024