Raad van State, 5 september 2011
In een procedure voor de Raad van State moet een vakbond zich laten vertegenwoordigen door een advocaat (en niet door een juridisch medewerker).
Feiten
In een procedure voor de Raad van State laat een vakbond zich vertegenwoordigen door een juridisch adviseur die geen advocaat is. Zij verwijzen hiervoor naar artikel 30, 3° van de antidiscriminatiewet waarin staat: "Kunnen in rechte optreden in de rechtsgeschillen waartoe de toepassing van deze wet aanleiding kan geven, wanneer afbreuk wordt gedaan aan de statutaire opdrachten die ze zich tot doel hebben gesteld : 3° de representatieve vakorganisaties in de zin van de wet van 19 december 1974 tot de regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel."
Beslissing
Een natuurlijk persoon (zoals een juridisch adviseur) kan zich in een procedure voor de Raad van State enkel laten vertegenwoordigen en bijstaan door een advocaat. De antidiscriminatiewet verandert daar niets aan.
Artikel 30, 3° van de antidiscriminatiewet verleent procesbekwaamheid aan de representatieve vakorganisaties, maar dit impliceert volgens de Raad van State geenszins de bekwaamheid om een natuurlijke persoon te vertegenwoordigen die in rechte optreedt.
Unia was geen betrokken partij.
Afgekort: RvS, 5/9/2011 - Rolnummer 214.926