Vredegerecht Limbourg, 16 mei 2024
Een familie van woonwagenbewoners werd door een gemeente verplicht om een terrein te verlaten omdat het terrein een risico inhoudt voor overstromingen. Artikel 23 van de Grondwet waarborgt het recht op behoorlijke huisvesting. De vrederechter verplicht de gemeente om voor een nieuwe locatie te zorgen waar de familie kan beschikken over elektriciteit, water en afvalophaling.
[Waarschuwing: vonnissen en arresten kunnen kwetsend taalgebruik bevatten.]
Feiten
Een gemeente stelde sinds 2003 een terrein ter beschikking van 3 families van woonwagenbewoners. Tijdens de overstromingen van juli 2021 waren deze families verplicht om het terrein verlaten. 2 families kregen een nieuwe locatie toegewezen. Een 3e familie keerde terug naar het terrein. De gemeente liet hen weten dat ze het terrein moesten verlaten omdat het – gelet op mogelijk nieuwe overstromingen – onveilig was geworden. De familie wees onder meer op artikel 23 van de Grondwet dat het recht op behoorlijke huisvesting waarborgt.
Beslissing
De vrederechter oordeelde dat de gemeente de plicht had om het recht op behoorlijke huisvesting te waarborgen. Deze huisvesting moest aangepast zijn aan de cultuur van de woonwagenbewoners.
De familie moest het terrein verlaten, maar deze beslissing werd gedurende 5 maanden opgeschort. In die tijd moest de gemeente een nieuwe locatie zoeken waar de familie kon beschikken over water, elektriciteit en afvalophaling.
Unia was geen betrokken partij.
Afgekort: Vred. Limbourg, 16-5-2024 -rolnummer 23A497
Wetgeving:
- Artikel 23 Grondwet