Ga verder naar de inhoud

Negationismewet in detail

De negationismewet is de federale basiswet die ontkenning, minimalisering, rechtvaardiging of goedkeuring van de genocide tijdens de Tweede Wereldoorlog bestraft. Ontdek de wet in detail:

Algemeen over de negationismewet

De wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd heeft betrekking op het begrip genocide zoals vastgelegd in artikel 2 van het Internationaal Verdrag van 9 december 1948 inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide. Artikel 2 verwijst in het 1e lid naar handelingen gepleegd met de bedoeling om een nationale, etnische of godsdienstige groep of een groep behorend tot een bepaald ras geheel of gedeeltelijk als zodanig te vernietigen.

Wat betreft andere genocides, bestraft artikel 20, 5° antiracismewet het ontkennen, schromelijk minimaliseren, pogen te rechtvaardigen of goedkeuren van genocides die werden vastgesteld door een eindbeslissing van een internationaal gerecht.

Unia heeft een Lexicon en een analyse van rechtspraak uitgewerkt met praktische informatie over de negationismewet.

Nieuw Strafwetboek

De strafrechtelijke bepalingen uit de negationismewet van 23 maart 1995 worden overgebracht naar hoofdstuk 7, afdeling 1 (art. 249 e.v.) van het nieuwe Strafwetboek over de misdrijven inzake de bestraffing van de discriminatie, de aanzetting tot haat en het negationisme.   

Het betreft:

  • Negationisme (genocide tijdens Tweede Wereldoorlog gepleegd door het Duitse nationaalsocialistische regime) (art. 256 nieuw Sw.).

Het nieuwe Strafwetboek heft volgende bepalingen op: 

  • Artikel 1, 2 en 3 van de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd (art. 118, 16° nieuw Sw.).

Totstandkoming van de negationismewet van 23 maart 1995

In het wetsontwerp worden de volgende redenen vermeld voor de totstandkoming van de negationismewet (blz. 2):

“De antiracismewet van 30 juli 1981 voorziet in de bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden. De vigerende wetgeving bevat evenwel geen enkele tekst die het ontkennen of het goedpraten van misdrijven tegen de mensheid en oorlogsmisdrijven bestraft. Het voorstel strekt ertoe die leemte op te vullen. De ontkenning van sommige onweerlegbare feiten uit de jongste wereldoorlog is een belediging voor de nagedachtenis van de holocaust-slachtoffers. Toetst men die vervalsing aan de regels van de historische kritiek, dan blijft ze niet overeind omdat men feiten wil ontkennen die ontegensprekelijk hebben plaats gevonden. Het vergelijkend recht tot slot toont aan dat landen als Oostenrijk, Frankrijk, Duitsland en Nederland ter zake over wetten beschikken. Om al die redenen is de goedkeuring van dit voorstel gerechtvaardigd.”

Openen Sluiten Ontdek de parlementaire stukken

Wijzigingen aan de negationismewet van 23 maart 1995

De negationismewet van 23 maart 1995 werd gewijzigd door de onderstaande wetten:

  • Wet van 7 mei 1999
  • Wet van 17 augustus 2013
  • Wet van 21 december 2018
  • Wet van 29 februari 2024 (nieuw Strafwetboek – Boek II)

We bespreken de wijzigingen in detail:

Wet van 7 mei 1999

  • Ontzetting. Vervanging artikel 1, 3e lid Negationismewet waardoor de veroordeling tot de ontzetting uit artikel 33 van het Strafwetboek mogelijk werd gemaakt (art. 3 Wet 7/5/1999).

Openen Sluiten Ontdek de parlementaire stukken

Wet van 17 augustus 2013

  • Interfederalisering. Vervanging in artikel 4 Negationismewet van de woorden ‘Het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding ‘ door ‘Het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme opgericht door het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013’ (art. 13 Wet 17/8/2013).

Openen Sluiten Ontdek de parlementaire stukken (selectie)

Wet van 21 december 2018

  • Artikel 17 Gerechtelijk Wetboek. Vervanging in artikel 4 Negationismewet van de woorden ‘vereniging die op het ogenblik van de feiten ten minste 5 jaar rechtspersoonlijkheid geniet, en’ door ‘rechtspersoon’ en invoeging van de woorden ‘en die de voorwaarden voorzien in artikel 17, 2e lid, 1° tot 3° van het Gerechtelijk Wetboek vervult’ (art. 142 Wet 21/12/2018).

Openen Sluiten Ontdek de parlementaire stukken (selectie)

Wet van 29 februari 2024 (nieuw Strafwetboek – Boek II)

  • Gedeeltelijke opheffing negationismewet in het kader van het nieuwe Strafwetboek. Opheffing van artikel 1, 2 en 3 Negationismewet (art. 118, 16° Wet 29/2/2024). Vervanging in artikel 4 Negationismewet van de woorden ‘deze wet’ door ‘artikel 256 van het Strafwetboek’ (art. 115 Wet 29/2/2024).

Openen Sluiten Ontdek de parlementaire stukken (selectie)

Vordering tot schorsing en beroep tot vernietiging bij het Grondwettelijk Hof

  • Arrest nr. 62/95 van 12 juli 1995: het Grondwettelijk Hof verwerpt de vordering tot schorsing van de negationismewet.
  • Arrest nr. 45/96 van 12 juli 1996: het Grondwettelijk Hof verwerpt het beroep tot vernietiging van de negationismewet.

Andere federale antidiscriminatiewetgeving in detail

An­ti­ra­cis­me­wet in detail

De federale antiracismewet is voluit de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden. De wet vormt de basis om specifieke daden van racisme en xenofobie aan te pakken. 

An­ti­dis­cri­mi­na­tie­wet in detail

De federale antidiscriminatiewet is voluit de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. De wet beschermt tegen discriminatie op grond van 13 beschermde kenmerken en vervangt de eerdere antidiscriminatiewet van 25 februari 2003.