Ga verder naar de inhoud

Algemeen over de antiracismewet

De antiracismewet of voluit de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden zet EU-Richtlijn 2000/43/EG van 29 juni 2000 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming om in Belgisch recht en voert de verplichtingen uit opgelegd aan België door het Internationaal verdrag van 21 december 1965 inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie

De antiracismewet bevat burgerrechtelijke en strafrechtelijke bepalingen over discriminatie en strafrechtelijke bepalingen over haatspraak. De strafrechtelijke bepalingen over haatmisdrijven ingegeven door een racistische of xenofobe drijfveer zijn terug te vinden in het Strafwetboek, waar ze werden ingevoerd door de antidiscriminatiewet. De strafrechtelijke bepalingen uit de antiracismewet worden overgebracht naar het nieuwe Strafwetboek dat op 8 april 2026 in werking zal treden. Van belang voor de toepassing van de antiracismewet is ook nog de regeling in artikel 150 van de Grondwet over drukpersmisdrijven ingegeven daar racisme of xenofobie

5 raciale kenmerken

De antiracismewet heeft betrekking op raciale kenmerken. Niet-raciale en gender gerelateerde kenmerken worden beschermd door de antidiscriminatiewet en de genderwet (en de equivalente decreten en ordonnanties). Dit zijn de 5 raciale kenmerken die door de antiracismewet worden beschermd (de zgn. beschermde criteria): 

  • nationaliteit: bijvoorbeeld de Nederlandse of Turkse nationaliteit
  • zogenaamd ras: ‘zogenaamd’ verwijst naar het feit dat er eigenlijk maar 1 ras is
  • huidskleur: bijvoorbeeld zwarte personen
  • afkomst: bijvoorbeeld personen van Joodse afkomst
  • nationale of etnische afstamming: bijvoorbeeld Roma 

Toepassingsdomeinen

De antiracismewet geldt voor de volgende domeinen (maar een aantal bepalingen van de antiracismewet zijn ook buiten deze domeinen van toepassing): 

  • toegang tot en aanbod van goederen en diensten die publiekelijk beschikbaar zijn
  • sociale bescherming, met inbegrip van de sociale zekerheid en de gezondheidszorg
  • sociale voordelen
  • aanvullende regelingen voor sociale zekerheid
  • arbeidsbetrekkingen
  • vermelding in een officieel stuk of in een proces-verbaal
  • lidmaatschap van of betrokkenheid bij een werkgevers- of werknemersorganisatie of enige organisatie waarvan de leden een bepaald beroep uitoefenen, waaronder de voordelen die deze organisaties bieden
  • toegang tot en deelname aan, alsook elke andere uitoefening, van een economische, sociale, culturele of politieke activiteit toegankelijk voor het publiek 

Unia heeft een Lexicon uitgewerkt met praktische informatie over de antiracismewet.   

Nieuw Strafwetboek

De strafrechtelijke bepalingen uit de antiracismewet worden overgebracht naar hoofdstuk 7, afdeling 1 (art. 249 e.v.) van het nieuwe Strafwetboek over de misdrijven inzake de bestraffing van de discriminatie, de aanzetting tot haat en het negationisme.    

Het betreft: 

  • Aanzetting tot discriminatie of rassenhaat (art. 250, 1°-4° nieuw Sw.).
  • Negationisme (genocide vastgesteld door een eindbeslissing van een internationaal gerecht) (art. 250, 5° nieuw Sw.).
  • Verspreiding van raciale denkbeelden (art. 251 nieuw Sw.).
  • Deelneming aan een groepering die discriminatie of segregatie verkondigt (art. 252 nieuw Sw.).
  • Discriminatie door een persoon die een openbare functie uitoefent (art. 253 nieuw Sw.).
  • Discriminatie bij de toegang tot goederen en diensten (art. 254 nieuw Sw.).
  • Discriminatie binnen de arbeidsrelaties (art. 255 nieuw Sw.). 

Het nieuwe Strafwetboek heft de volgende bepalingen op:  

  • Artikel 19 tot en met 25 ARW (art. 118, 15° nieuw Sw.). 

Wat haatmisdrijven betreft zal de discriminerende drijfveer van de dader een verzwarende factor zijn bij alle misdrijven, behoudens in die gevallen waarin de wet van de discriminerende drijfveer een verzwarend bestanddeel maakt (art. 29, 1e lid nieuw Sw.). De definities staan in het nieuwe Strafwetboek in de volgende artikels:

  • artikel 29, 2e lid voor de discriminerende drijfveer
  • artikel 28 voor de verzwarende factor
  • artikel 8 voor het verzwarend bestanddeel 

Herziening van de antiracismewet in 2007

Door de Wet van 10 mei 2007 werden de artikelen 1 tot 6 van de antiracismewet opgeheven en vervangen door een volledig herziene wet die, naar het model van de antidiscriminatiewet, grotendeels burgerrechtelijk werd georiënteerd. Een aantal strafbepalingen werden behouden omwille van internationale verplichtingen.  

In het wetsontwerp wordt vermeld (blz. 3 en 34):  

“Deze wet werd ontworpen om de verplichtingen uit te voeren waaraan België onderworpen is krachtens EU-richtlijn 2000/43/EG van 29 juni 2000 en de verplichtingen van het Internationaal verdrag van 21 december 1965 inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie en ze bepaalt een algemeen kader in de strijd tegen de discriminatie op basis van de nationaliteit, het zogenaamde ras, de huidskleur, de afkomst, of de nationale of etnische afstamming. Om de doeltreffendheid van de voorziene verbodsbepalingen te waarborgen, voert de wet een aantal burgerrechtelijke sancties in.”   

“Rekening houdend echter met de internationale verplichtingen van België inzake rassendiscriminatie en meer bepaald met het Internationaal verdrag van 21 december 1965 inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie dat België verplicht om bepaalde gedragingen te bestraffen. In artikel 4 staat immers dat de Staten zich ertoe verbinden: a) strafbaar bij de wet te verklaren het verspreiden, op welke wijze ook, van denkbeelden die zijn gegrond op rassuperioriteit of rassenhaat, aanzetting tot rassendiscriminatie, zomede alle daden van geweld of aanzetting daartoe, die zijn gericht tegen een ras of een groep personen van een andere huidskleur of etnische afstamming, alsook het verlenen van steun aan tegen bepaalde rassen gerichte activiteiten, waaronder begrepen de financiering daarvan; b) organisaties, alsook georganiseerde en alle andere propaganda activiteiten die rassendiscriminatie in de hand werken en daartoe aanzetten, onwettig te verklaren en te verbieden, en deelneming aan zodanige organisaties of activiteiten als strafbaar bij de wet aan te merken; c) niet toe te staan dat overheidsorganen of overheidsinstellingen, hetzij op nationaal, hetzij op plaatselijk niveau, rassendiscriminatie bevorderen of daartoe aanzetten.” 

Artikel 150 Grondwet (drukpersmisdrijven)

De wijziging van 7 mei 1999 aan artikel 150 van de Grondwet is relevant voor de toepassing van de antiracismewet met betrekking tot drukpersmisdrijven. Artikel 150 van de Grondwet werd in 1999 als volgt aangevuld: “De jury wordt ingesteld voor alle criminele zaken, alsmede voor politieke misdrijven en drukpersmisdrijven, behoudens voor drukpersmisdrijven die door racisme of xenofobie ingegeven zijn.”  

Daardoor worden drukpersmisdrijven die door racisme of xenofobie ingegeven zijn aan de bevoegdheid van het hof van assisen onttrokken en onder de bevoegdheid van de correctionele rechtbank gebracht. 

Het Hof van Cassatie oordeelde in een arrest nr. P.05.0705.N van 13 september 2005 dat artikel 150 van de Grondwet niet verwijst naar enige bijzondere wetgeving en dat de correctionele rechtbank ook bevoegd is voor door racisme of xenofobie ingegeven drukpersmisdrijven die niet het voorwerp uitmaken van strafvervolgingen met toepassing van de antiracismewet.  

Openen Sluiten Ontdek de parlementaire stukken

Totstandkoming van de antiracismewet van 30 juli 1981

De oorspronkelijke antiracismewet van 30 juli 1981 was strafrechtelijk georiënteerd en stelde 5 misdrijven strafbaar:  

  • in het openbaar aanzetten tot rassendiscriminatie, rassenscheiding, haat of geweld tegen personen of groepen
  • publiciteit geven aan zijn voornemen rassendiscriminatie te bedrijven
  • bedrijven van rassendiscriminatie bij het aanbieden of leveren van goederen of diensten op een plaats toegankelijk voor het publiek
  • behoren tot of medewerking verlenen aan een groep of vereniging die openlijk en herhaaldelijk rassendiscriminatie of rassenscheiding bedrijft
  • bedrijven van rassendiscriminatie in de uitoefening van een openbaar ambt 

Openen Sluiten Ontdek de parlementaire stukken

Wijzigingen aan de antiracismewet

De antiracismewet werd gewijzigd door onderstaande wetten:

  • Wet van 15 februari 1993
  • Wet van 12 april 1994
  • Wet van 7 mei 1999
  • Wet van 20 januari 2003
  • Wet van 23 januari 2003
  • Wet van 10 mei 2007
  • Wet van 6 juni 2010
  • Wet van 17 augustus 2013
  • Wet van 15 april 2018
  • Wet van 21 december 2018
  • Wet van 5 mei 2019
  • Wet van 7 april 2023
  • Wet van 28 juni 2023
  • Wet van 29 februari 2024 (nieuw Strafwetboek – Boek I)
  • Wet van 29 februari 2024 (nieuw Strafwetboek – Boek II)
  • Wet van 15 mei 2024 

We beschrijven alle aanpassingen in detail:

Wet van 15 februari 1993 

  • In rechte optreden. Toevoeging in artikel 5 ARW van de mogelijkheid voor het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding om in rechte op te treden (art. 7 Wet 15/2/1993). 

Openen Sluiten Ontdek de parlementaire stukken

Wet van 12 april 1994 

  • Definitie discriminatie. Toevoeging in artikel 1 ARW van een definitie van discriminatie (art. 1 Wet 12/4/1994).
  • Publiciteit. Vervanging in artikel 1 ARW van de woorden ‘publiciteit geven aan zijn voornemen tot rassendiscriminatie’ in ‘publiciteit geven aan zijn voornemen tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon / discriminatie, haat, geweld of segregatie jegens een groep, een gemeenschap of de leden ervan’ (art. 1 Wet 12/4/1994).
  • Strafmaat. Verzwaring in artikel 1, 2, 3 en 4 ARW van de strafmaat (art. 1, 2, 4 en 5 Wet 12/4/1994).
  • Discriminatie goederen en diensten. Schrapping in artikel 2 ARW van de openbaarheidsvereiste voor de bestraffing van discriminatie bij het goederen- en dienstenverkeer (art. 2 Wet 12/4/1994).
  • Discriminatie arbeidsverhoudingen. Invoeging artikel 2bis ARW over de bestraffing van discriminatie in arbeidsverhoudingen tegenover een persoon. Vermelding dat de werkgever burgerrechtelijk aansprakelijk is voor de betaling van de boeten waartoe zijn aangestelde of lasthebbers zijn veroordeeld (art. 3 Wet 12/4/1994).
  • Verenigingsmisdrijf. Vervanging in artikel 3 ARW van de woorden ‘behoren tot of medewerking verlenen aan een groep of vereniging die openlijk en herhaaldelijk rassendiscriminatie of rassenscheiding bedrijft of verkondigt’ door ‘behoren tot of medewerking verlenen aan een groep of vereniging die kennelijk en herhaaldelijk discriminatie of segregatie bedrijft of verkondigt’ (art. 4 Wet 12/4/1994).
  • Discriminatie door ambtenaar. Toevoeging in artikel 4 ARW dat de ambtenaar moet handelen ‘in de uitoefening van zijn ambt’ (art. 5 Wet 12/4/1994).
  • In rechte optreden. Toevoeging in artikel 5 ARW van mogelijkheid voor vakbonden, beroepsorganisatie en organisaties van zelfstandigen om zich burgerlijke partij te stellen bij geschillen in arbeidsverhoudingen (art. 6 Wet 12/4/1994).  

Openen Sluiten Ontdek de parlementaire stukken

Wet van 7 mei 1999 

  • Ontzetting. Invoeging artikel 5bis ARW waardoor de veroordeling tot de ontzetting uit artikel 33 van het Strafwetboek mogelijk werd gemaakt (art. 2 Wet 7/5/1999). 

Openen Sluiten Ontdek de parlementaire stukken

Wet van 20 januari 2003 

  • Aanpassing terminologie. Vervanging in artikel 1, 2, 2bis en 4 ARW van de woorden ‘ras’ door ‘zogenaamd ras’, van de woorden ‘rassenscheiding’ door’ segregatie’ en van de woorden ‘ras, huidskleur, afstamming, afkomst of nationaliteit’ door ‘een zogenaamd ras, huidskleur, afkomst of nationale of etnische afstamming’ (art. 2, 3, 4 en 5 Wet 20/1/2003).  
  • Opdracht geven. Toevoeging in artikel 1 ARW dat opdracht geven tot discriminatie beschouwd wordt als discriminatie (art. 2 Wet 20/1/2003). 
  • Discriminatie arbeidsverhoudingen. Toevoeging in artikel 2bis ARW, over bestraffing van discriminatie in arbeidsverhoudingen, dat dit niet alleen kan tegenover een persoon maar ook tegenover een groep, een gemeenschap of de leden ervan (art. 4 Wet 20/1/2003). 
  • Toezicht door ambtenaren. Invoeging artikel 5ter ARW dat door de Koning aangewezen ambtenaren toezicht uitoefenen op de naleving van de ARW overeenkomstig de bepalingen van de wet betreffende de arbeidsinspectie (art. 6 Wet 20/1/2003). 

Openen Sluiten Ontdek de parlementaire stukken

Wet van 23 januari 2003 

  • Opsluiting. Vervanging in artikel 4 ARW van het woord ‘dwangarbeid’ door het woord ‘opsluiting’ (art. 122 Wet 23/1/2003). 

Openen Sluiten Ontdek de parlementaire stukken (selectie)

Wet van 10 mei 2007 

  • De wet van 10 mei 2007 heft de artikelen 1 tot 6 van de ARW op en vervangt ze door een volledig nieuwe wet die, in tegenstelling tot de oorspronkelijke ARW, grotendeels burgerrechtelijk georiënteerd is.  

Openen Sluiten Ontdek de parlementaire stukken

Wet van 6 juni 2010 

  • Toezicht. Vervanging artikel 34, 2e lid ARW door ‘Deze ambtenaren oefenen dit toezicht uit overeenkomstig de bepalingen van het Sociaal Strafwetboek’ (art. 66 Wet 6/6/2010). 

Openen Sluiten Ontdek de parlementaire stukken (selectie)

Wet van 17 augustus 2013 

  • Interfederalisering. Vervanging in artikel 4, 5° ARW van de woorden ‘het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding opgericht door de wet van 15 februari 1993’ door ‘het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme opgericht door het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013’ (art. 11 Wet 17/8/2013) 

Openen Sluiten Ontdek de parlementaire stukken (selectie)

Wet van 15 april 2018 

  • Ondernemingsrechtbank. Vervanging in artikel 18 ARW van de woorden ‘rechtbank van koophandel’ door ‘ondernemingsrechtbank’ (art. 252 Wet 15/4/2018). 

Openen Sluiten Ontdek de parlementaire stukken (selectie)

Wet van 21 december 2018 

  • Artikel 17 Gerechtelijk Wetboek. Vervanging in artikel 32, 1° ARW van de woorden ‘elke instelling van openbaar nut en elke vereniging die op de dag van de feiten ten minste 3 jaar rechtspersoonlijkheid bezitten, en zich statutair tot doel stelt de rechten van de mens te verdedigen en discriminatie te bestrijden’ door ‘elke instelling van openbaar nut en elke rechtspersoon die zich statutair tot doel stelt de rechten van de mens te verdedigen of discriminatie te bestrijden en die de voorwaarden voorzien in artikel 17, 2e lid, 1° tot 3° van het Gerechtelijk Wetboek vervult (art. 138 Wet 21/12/2018). 

Openen Sluiten Ontdek de parlementaire stukken (selectie)

Wet van 5 mei 2019 

  • Negationisme. Invoeging artikel 20, 5° ARW over de bestraffing van negationisme. Deze toevoeging betreft genocides die werden vastgesteld door een eindbeslissing van een internationaal gerecht (art. 115 Wet 5/5/2019). 

Zie voor de genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd:  Wet tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd (23 maart 1995).   

Openen Sluiten Ontdek de parlementaire stukken (selectie)

Wet van 7 april 2023 

  • Represaillebescherming welzijnswet. Vervanging artikel 6 ARW door: Onverminderd het 2e lid, zijn de bepalingen van deze wet niet van toepassing in geval van intimidatie in de arbeidsbetrekkingen ten aanzien van de in artikel 2, § 1, van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk bedoelde personen. Deze personen kunnen zich in geval van intimidatie in het kader van de arbeidsbetrekkingen enkel beroepen op de bepalingen van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, behalve wat de bescherming tegen nadelige maatregelen betreft, waarvoor artikel 15 van toepassing is (art. 5 Wet 7 april 2023).   
  • Represaillebescherming buiten arbeidsbetrekkingen. Wijziging artikel 14 ARW - bepalingen represaillebescherming buiten domein arbeidsbetrekkingen (art. 6 Wet 7 april 2023).
  • Represaillebescherming binnen arbeidsbetrekkingen. Wijziging artikel 15 ARW - bepalingen represaillebescherming binnen domein arbeidsbetrekkingen (art. 7 Wet 7 april 2023). 

Openen Sluiten Ontdek de parlementaire stukken

Wet van 28 juni 2023 

  • Beschermde criteria. Vervanging in artikel 3 ARW van de opsomming van de beschermde criteria door de woorden ’op grond van de beschermde criteria’ (art. 2 Wet 28/6/2023); Vervanging in artikel 7, § 1 ARW van de woorden ‘een zogenaamd ras, huidskleur, afkomst of nationale of etnische afstamming’ door de woorden ‘een of meer beschermde criteria, met uitzondering van nationaliteit’ (art. 5 Wet 28 juni 2023).
  • Een of meer beschermde criteria. Vermelding van ‘een of meer beschermde criteria’ in artikel 4, 6°; 4, 7°; 4, 8° 4, 9°; 4, 10°; 4, 11° en 4, 12° ARW; artikel 9, 10 en 11, § 1 ARW; artikel 19, 20, 22, 23, 24 en 25 ARW en artikel 30 ARW (art. 3, 8, 13, 14, 15 en 17 Wet 28/6/2023).
  • Vermeende beschermde criteria en beschermde criteria bij associatie. Aanvulling artikel 4, 4° ARW met: Deze beschermde criteria kunnen werkelijke of vermeende, eigen of bij associatie toegekende beschermde criteria zijn, en kunnen alleenstaand zijn, of worden gecombineerd met een of meer beschermde criteria van deze wet, van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie en van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen (art. 4, a) Wet 28/6/2023).
  • Cumulatieve en intersectionele discriminatie. Toevoeging in artikel 4, 9°/1 ARW van een definitie van cumulatieve discriminatie en in artikel 4, 9°/2 ARW van een definitie van intersectionele discriminatie (art. 4, b) Wet 28/6/2023); Toevoeging van een hoofdstuk in ARW met als opschrift ‘Rechtvaardiging van onderscheid op grond van meerdere beschermde criteria’ (art. 6 Wet 28/6/2023); Toevoeging artikel 9/1 ARW in verband met rechtvaardigingsregeling voor cumulatieve en intersectionele discriminatie (art. 7 Wet 28/6/2023); Aanvulling artikel 12 ARW met ‘cumulatieve discriminatie’ en ‘intersectionele discriminatie’ (art. 10 Wet 28/6/2023); Aanvulling artikel 16, § 2 ARW met 3° en 4° in verband met cumul van schadevergoedingen bij cumulatieve en intersectionele discriminatie (art. 11, d), Wet 28/6/2023); Toevoeging in artikel 29 ARW van cumulatieve en intersectionele discriminatie (art. 16 Wet 28/6/2023).
  • Forfaitaire bedragen. Vervanging in artikel 16, § 2 ARW van ‘650’ door ‘1.950’ en van ‘1.300’ door ‘3.900’ en toevoeging van regels in verband met indexering (art. 11, a)-c) Wet 28/6/2023).
  • Stakingsvordering en positieve maatregelen. Aanvulling artikel 18 ARW met mogelijkheid om positieve maatregelen op te leggen; Vervanging van de woorden ‘kan (…) forfaitaire schadevergoeding toekennen’ door ‘kent de forfaitaire schadevergoeding toe'; Opheffing bepaling dat maatregelen van openbaarmaking slechts opgelegd mogen worden indien zij er kunnen toe bijdragen dat de gewraakte daad of de uitwerking ervan ophouden (art. 12 Wet 28/6/2023).
  • Toestemming slachtoffers. Toevoeging in artikel 33, § 1 ARW dat toestemming van de wettelijke vertegenwoordigers van het slachtoffer of van zijn rechtsopvolgers kan worden verkregen (art. 18 Wet 28/6/2023); Toevoeging in artikel 31, § 2 ARW toestemmingsvereiste indien slachtoffer is overleden of zich in een kwetsbare toestand bevindt (art. 18 Wet 28/6/2023).
  • Toekenning subsidies. Invoeging artikel 34/1 ARW: De Koning stelt bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de voorwaarden en nadere regels vast voor de toekenning van subsidies die jaarlijks worden toegekend aan organisaties die actief zijn op het gebied van de strijd tegen racisme of xenofobie of aan projecten die tot doel hebben racisme te bestrijden, voor wat betreft de aangelegenheden die tot de bevoegdheid behoren van de federale overheid (art. 20 Wet 28/6/2023). 

Openen Sluiten Ontdek de parlementaire stukken

Wet van 29 februari 2024 (nieuw Strafwetboek- Boek I) 

  • Ontzetting en toepassing bepalingen van Boek I Strafwetboek. Opheffing artikel 27 en 28 ARW in het kader van het nieuwe Strafwetboek (art. 35, 7° Wet 29/2/2024). 

Openen Sluiten Ontdek de parlementaire stukken (selectie)

Wet van 29 februari 2024 (nieuw Strafwetboek – Boek II) 

  • Niet voegen naar stakingsvordering. Vervanging in artikel 26 ARW van de woorden ‘gevangenisstraf van een maand tot een jaar en met geldboete van 50 euro tot 1.000 euro of met een van die straffen alleen’ door ‘een straf van niveau 1’ in het kader van het nieuwe Strafwetboek (art. 113 Wet 29/2/2024).
  • Strafrechtelijke bepalingen ARW. Opheffing artikel 19 tot 25 ARW in het kader van het nieuwe Strafwetboek (art. 118, 15° Wet 29/2/2024). 

Openen Sluiten Ontdek de parlementaire stukken (selectie)

Wet van 15 mei 2024 

  • Toezicht. Aanvulling artikel 34 ARW met: Ze beschikken over de in de artikelen 23 tot 39, 42/1 en 42/2 van het Sociaal Strafwetboek bedoelde bevoegdheden wanneer zij, ambtshalve of op verzoek, optreden in het kader van hun opdracht tot informatie, bemiddeling en toezicht inzake de naleving van de bepalingen van deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan (art. 132 Wet 15/5/2024).

Openen Sluiten Ontdek de parlementaire stukken (selectie)

Beroepen tot vernietiging bij het Grondwettelijk Hof

  • Arrest nr. 17/2009 van 12 februari 2009: het Grondwettelijk Hof verwerpt het beroep tot vernietiging van bepalingen uit de ARW onder voorbehoud van de interpretaties vermeld in B.36.4, B.47.3, B.51.6, B.53.4, B.54.4, B.74.5 en B.76.2. 
  • Arrest nr. 40/2009 van 11 maart 2009: het Grondwettelijk Hof verwerpt het beroep tot vernietiging van bepalingen uit de ARW onder voorbehoud van de interpretaties vermeld in B B.29.4, B.33.4 en B.70.2. 
  • Arrest nr. 4/2021 van 14 januari 2021: het Grondwettelijk Hof verwerpt het beroep tot vernietiging van artikel 20, 5° ARW over negationisme. 

Evaluaties van de antiracismewet

Andere federale antidiscriminatiewetgeving in detail

An­ti­dis­cri­mi­na­tie­wet in detail

De federale antidiscriminatiewet is voluit de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. De wet beschermt tegen discriminatie op grond van 13 beschermde kenmerken en vervangt de eerdere antidiscriminatiewet van 25 februari 2003. 

Ne­ga­ti­o­nis­me­wet in detail

De negationismewet is voluit de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, pogen te rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het nationaal-socialistische regime is gepleegd.