Arbeidshof Brussel (Franstalig), 6 maart 2014
Een studente die een hoofddoek droeg, stelde zich kandidaat voor een vakantiejob bij een administratie in de maand augustus 2011. Haar kandidatuur werd weerhouden. Toen ze zich aanmeldde op de informatievergadering waarop alle nodige documenten in orde zouden worden gebracht, kreeg ze te horen dat ze tijdens het werk haar hoofddoek niet mocht dragen. Dat voorzag het arbeidsreglement van de administratie, en dat wegens de neutraliteit van de openbare dienst.
[Eerste aanleg: Arbeidsrechtbank Brussel (Franstalig), 24 september 2012]
[Zie ook: Arbeidsrechtbank Brussel (Franstalig), 8 juni 2015 en Arbeidshof Brussel (Franstalig), 20 februari 2018]
[Waarschuwing: deze uitspraak kan kwetsend taalgebruik bevatten.]
Feiten
Op 9 augustus 2011 deelde de administratie de studente via een aangetekende brief mee dat ze een uitzondering toestond: de studenten mocht alsnog een hoofddoek dragen, en haar maand zou volledig betaald worden. Op 16 augustus verwierp de studente dat voorstel via mail.
Beslissing
Het arbeidshof stelt dat het beroep niet-ontvankelijk is wegens gebrek aan voorwerp en/of belang:
"Het lijkt er dus op dat de appellante zelf elk risico op herhaling van de betwiste handeling uitsluit, aangezien zij geen arbeidsrelatie met het ministerie meer kan overwegen, gezien wat zij als een context van afwijzing ervaart, en dit zelfs terwijl het ministerie haar toestaat om met een hoofddoek te komen werken. De andere reden die zij aanvoert om haar weigering te verklaren, namelijk dat zij andere maatregelen had genomen, is geenszins aangetoond. Ten slotte heeft de appellante tijdens de zitting aangegeven dat zij niet langer studente is, zodat het risico van herhaling van de vermeende schending (weigering om de arbeidsovereenkomst voor studenten uit te voeren) objectief is uitgesloten. Bijgevolg was het verzoek van de appellante op het moment dat het werd ingediend, zonder voorwerp. Het hof kan niet bevelen dat de bestreden handeling wordt gestaakt of in de toekomst wordt verboden, aangezien elk risico van herhaling is uitgesloten."
Wetgeving :