Ga verder naar de inhoud

Arbeidsrechtbank Brussel (Nederlandstalig), 25 mei 2018

Een sales manager die in Luxemburg werkt, moet na een werkevaluatie een persoonlijk ontwikkelingsplan volgen. Ze is op dat moment ook kandidaat voor de sociale verkiezingen in haar bedrijf. Kort daarna biedt haar werkgever haar een nieuwe job aan, met regelmatige verplaatsingen naar Brussel en een vermindering van haar verantwoordelijkheden. Ze weigert de job en haar werkgever dreigt haar te ontslaan. 

[Waarschuwing: vonnissen en arresten kunnen kwetsend taalgebruik bevatten.]

Gepubliceerd op: 25/05/2018
Domeinen: Arbeid
Beschermde kenmerken: Discriminatie op basis van syndicale overtuiging
Rechtsinbreuk(en): Discriminatie (burgerrechtelijk), Directe discriminatie
Rechtsmacht: Arbeidsrechtbank
Rechtsgebied: Brussel
Unia (burgerlijke) partij: neen

Beslissing

De arbeidsrechtbank meent dat de wijziging van de arbeidsplaats en de daarmee gepaard gaande financiële gevolgen wel degelijk een impliciet ontslag vormen. De werkgever moet de vergoeding bepalen op grond van de wet van 19 maart 1991. Van discriminatoir ontslag is er echter geen sprake, want er waren wel degelijk punten voor verbetering vatbaar en het samenvallen van het ontwikkelingsplan en de kandidatuur voor de sociale verkiezingen is louter toeval.

Unia was geen betrokken partij.

Afgekort: Arb.rb.Brussel, 25-05-2018

Wetgeving:

Op de hoogte blijven van juridisch nieuws?