Arbeidsrechtbank Leuven, 27 juli 2016
Een werkneemster is bijna 2 jaar afwezig omwille van kanker. Daarna vraagt ze om een progressieve werkhervatting, met name een aangepast uurrooster. Ze wordt ontslagen.
[Hoger beroep: Arbeidshof Brussel (Nederlandstalig), 20 februari 2018]
[Deze beslissing werd verkregen dankzij de inzameling van rechtspraak door de onderzoekers van het project 'Discriminatie bestrijden via het recht: de Belgische ervaring ter zake' (PDR T.0197.19), gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) en gecoördineerd door Julie Ringelheim en Jogchum Vrielink.]
Feiten
Een vrouw werkt als verkoopster. Ze heeft kanker en is daardoor langdurig afwezig. Om haar afwezigheid op te vangen wordt een nieuwe verkoopster aangeworven. De vrouw vraagt na haar herstel om een progressieve werkhervatting, maar ze wordt ontslagen. Het is volgens de werkgever financieel niet haalbaar om 2 personen in dienst te hebben voor 1 functie.
Beslissing
De arbeidsrechtbank stelt dat er geen sprake is van een handicap en dat bijgevolg ook niet moet worden nagegaan of er sprake is van het weigeren van redelijke aanpassingen. De arbeidsrechtbank verwijst naar de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin staat dat het begrip handicap betrekking heeft op een langdurige en belangrijke beperking (HvJ, arrest C-335/11 en C-337/11 van 11 april 2013). De arbeidsrechtbank stelt dat er sprake is van een ziektetoestand met mogelijks blijvende gevolgen, maar dat geen langdurige en belangrijke beperking werd aangetoond.
Vervolgens stelt de arbeidsrechtbank dat de werkgever zich geen bijkomende verkoopster kon veroorloven. Hij moest dus kiezen wie hij in dienst wilde houden, en koos voor de best presterende werkneemster. De arbeidsrechtbank ziet daarom weinig feiten die een vermoeden van discriminatie op basis van de gezondheidstoestand zouden kunnen aantonen. En vermits beide werkneemsters vrouwen waren, heeft het geslacht bij die keuze geen rol gespeeld en is er ook geen reden om een beroep te doen op de genderwet.
Unia was geen betrokken partij.
Afgekort: Arbrb. Leuven, 27/7/2016 - Rolnummer 15/1046/A