Ga verder naar de inhoud

Correctionele rechtbank Brussel (Nederlandstalig), 28 februari 2019

Een politieman maakt herhaaldelijk opmerkingen over een collega van Afrikaanse origine ("neger", "bananeneter", "hij is stom want hij is een aap", ...). Hij blijft volhouden, ook wanneer hij op zijn gedrag wordt aangesproken.

[Hoger beroep: Hof van beroep Brussel (Nederlandstalig), 4 maart 2021]

[Waarschuwing: vonnissen en arresten kunnen kwetsend taalgebruik bevatten.]

Gepubliceerd op: 28/02/2019
Domeinen: Politie en justitie
Beschermde kenmerken: Racisme
Rechtsinbreuk(en): Haatspraak, Aanzettingsmisdrijf
Rechtsmacht: Correctionele rechtbank
Rechtsgebied: Brussel
Unia (burgerlijke) partij: ja

Feiten

Een politie-inspecteur laat zich herhaaldelijk, en in aanwezigheid van collega’s, op laatdunkende wijze uit over een collega met een donkere huidskleur: “Hij is stom, want is een aap, neger, bananeneter, tamzak, ik ga hem het zwart kakske noemen, dat staat daar ook maar en doet ook niets.” 

Hij blijft volharden, ook wanneer hij op zijn gedrag wordt aangesproken. Bij een vorming op een schietstand geeft hij grove en racistische opmerkingen over de pasgeboren zoon van het slachtoffer,  “weeral een kleine neger om in de boom te hangen.” 

Unia stelde zich burgerlijke partij naast de inspecteur. 

Juridische kwalificatie

De politie-inspecteur werd voor de correctionele rechtbank vervolgd voor aanzetten tot discriminatie (artikel 20,1° Antiracismewet). 

Beslissing

De rechtbank oordeelde dat het misdrijf bewezen was en dat de negatieve inschatting van de professionele kwaliteiten, minstens deels, ingegeven was door de racistische insteek van de beklaagde.

Voorts wees de rechtbank op de impact van racisme op het korps: “Beklaagde moet inzien dat hij zwaar over de schreef is gegaan en daarbij niet enkel zijn collega’ maar het volledige korps heeft geschaad. Zowel de Brusselse politie als de omgeving waarin zij moeten functioneren zijn multiraciaal. Uitingen van racisme zijn voor een behoorlijk functioneren nefast, zowel intern als ten overstaan van de buitenwereld.”

De gunstmaatregel van de opschorting werd niet toegekend. De inspecteur werd veroordeeld tot een geldboete van 6.000 euro.

Het slachtoffer en Unia ontvingen 1 euro (morele) schadevergoeding.

Aandachtspunten

Het aanzetten tot discriminatie veronderstelt géén actieve oproep tot discriminatie (bijvoorbeeld een slechtere behandeling van een collega): “Ook het scheppen van een negatief klimaat binnen de werkomgeving t.o.v. een persoon door herhaaldelijke negatieve opmerkingen en commentaren en door het maken van denigrerende grappen zijn een vorm van aanzetten tot discriminatie.” 

Dit vonnis bevestigt de klassieke rechtspraak over het vereiste schuldbestanddeel bij het aanzettingsmisdrijf: een bijzonder opzet is vereist.

Het vonnis van 28 februari 2019 is één van de weinige vonnissen waar ‘intern’ racisme werd aangetoond door verklaringen van collega’s (zie in dat verband ook het onderzoek van Kim Loyens ’Over collegialiteit en opportunisme: een kwalitatief onderzoek naar zwijgcultuur in de Belgische federale politie‘). 

Unia was betrokken partij.

Afgekort: Corr.rb.Brussel, 28-02-2019

Op de hoogte blijven van juridisch nieuws?