Correctionele rechtbank Henegouwen, afdeling Charleroi, 26 juni 2024
Vier militairen werden beschuldigd van negationisme en aanzetten tot haat. Ze hadden een discussiegroep ‘Auschwitz’ opgericht op en deelden haatdragende berichten op de sociale media. Eén militair werd uiteindelijk veroordeeld voor negationisme.
[Waarschuwing: vonnissen en arresten kunnen kwetsende taalgebruik bevatten.]
Feiten
De vier militairen hadden op de sociale media:
- Een discussiegroep opgericht met als benaming ‘Auschwitz’. De leden van de groep werden aangeduid met jood nr. 1, jood nr. 2, jood nr. 3 … De groep werd door de militairen omschreven als een parodie op de concentratiekampen.
- Een video gedeeld over de aanval op een moskee in Christchurch (Nieuw-Zeeland).
- Haatdragende memes, tekeningen en foto’s gedeeld.
Juridische kwalificatie
Het openbaar ministerie vervolgde de beklaagden voor de volgende tenlasteleggingen:
- Negationisme (artikel 1 Negationismewet).
- Aanzetten tot haat of geweld (artikel 20, 4° Antiracismewet).
Beslissing
De groep ‘Auschwitz’ was volgens de beklaagden een vorm van ‘zwarte humor’. De correctionele rechtbank oordeelde dat de benaming van de groep (Auschwitz) en de benaming van de leden (jood nr. 1, jood nr. 2, jood nr. 3 …) misplaatst waren, maar niet tot doel hadden de Holocaust te ontkennen of goed te keuren. Het betrof dus geen inbreuk op de Negationismewet.
Het delen van de video’s en haatdragende berichten kon worden toegewezen aan twee beklaagden.
De eerste beklaagde verklaarde dat de berichten die hij had geplaatst een vorm waren van ‘zwarte humor’. De correctionele rechtbank twijfelde aan het bijzonder opzet van deze beklaagde en verleende hem de vrijspraak.
De berichten die door de tweede beklaagde werden geplaatst vormden volgens de rechtbank een inbreuk op de Negationismewet. Deze beklaagde had al eerder dergelijke berichten geplaatst, met volledige kennis van zaken, en had ook toenadering gezocht tot extreemrechtse kringen. De correctionele rechtbank veroordeelde de tweede beklaagde tot een werkstraf van 75 uur en een geldboete van 1.600 euro. De werkstraf moest in verband staan met de strijd tegen negationisme of racisme in het algemeen.
Unia kreeg een morele schadevergoeding van 1 euro.
Tegen het vonnis werd hoger beroep aangetekend.
Unia was betrokken partij.
Afgekort: Corr.rb. Henegouwen, afd. Charleroi, 26-6-2024 -rolnummer FD 35.9744/21