Correctionele rechtbank Luik, afdeling Luik, 25 november 2015
Een Franse komiek, die in eigen land al verschillende veroordelingen heeft opgelopen, doet tijdens een optreden in België uitspraken die aanzetten tot rassenhaat, die rassensuperioriteit aanhangen en die een inbreuk vormen op de Negationismewet.
[Hoger beroep: Hof van beroep Luik, 20 januari 2017]
[Waarschuwing: deze uitspraak kan kwetsend taalgebruik bevatten.]
Gepubliceerd op: 25/11/2015
Domeinen: Activiteit voor het grote publiek (economisch, sociaal, cultureel of politiek)
Beschermde kenmerken: Racisme, Discriminatie op basis van seksuele oriëntatie, Discriminatie op basis van handicap (validisme), Geen beschermd kenmerk
Rechtsinbreuk(en): Haatspraak, Aanzettingsmisdrijf, Verspreidingsverbod, Negationisme
Rechtsmacht: Correctionele rechtbank
Rechtsgebied: Luik
Unia (burgerlijke) partij: ja
Juridische kwalificatie
Het openbaar ministerie vervolgde de beklaagde voor:
- Aanzetten tot haat of geweld jegens een groep, een gemeenschap of de leden ervan (artikel 22, 4° antidiscriminatiewet 2007 – thans artikel 250, 4° Strafwetboek).
- Aanzetten tot haat of geweld jegens een groep, een gemeenschap of de leden ervan (artikel 20, 4° antiracismewet 1981 zoals gewijzigd in 2007 – thans artikel 250, 4° Strafwetboek).
- Verspreiden van denkbeelden die zijn gegrond op rassuperioriteit of rassenhaat (artikel 21 antiracismewet 1981 zoals gewijzigd in 2007 – thans artikel 251 Strafwetboek).
- Ontkennen, schromelijk minimaliseren, pogen te rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd (artikel 1 negationismewet – thans artikel 256 Strafwetboek).
Beslissing
Op basis van een grondige analyse van zijn discours tegen personen met het downsyndroom, tegen homoseksuelen en Joden, meent de correctionele rechtbank, bij verstek, dat de komiek de grenzen van de vrijheid van meningsuiting overschreden heeft.