Correctionele rechtbank Brussel (Franstalig), 4 mei 2004
Beklaagde had op de openbare weg bewoordingen geuit die de correctionele rechtbank beschouwde als zijnde een aanzetten tot zoals voorzien in artikel 1 van de antiracismewet.
[Waarschuwing: deze uitspraak kan kwetsend taalgebruik bevatten.]
Gepubliceerd op: 04/05/2004
Domeinen: Samenleving
Beschermde kenmerken: Racisme, Geen beschermd kenmerk
Rechtsinbreuk(en): Haatspraak, Aanzettingsmisdrijf, Negationisme
Rechtsmacht: Correctionele rechtbank
Rechtsgebied: Brussel
Unia (burgerlijke) partij: ja
Juridische kwalificatie
Het openbaar ministerie vervolgde de beklaagde voor:
- Aanzetten tot discriminatie, rassenscheiding, haat of geweld jegens een groep, een gemeenschap of de leden ervan (artikel 1, 2° antiracismewet 1981 – thans artikel 250, 3°-4° Strafwetboek).
- Ontkennen, schromelijk minimaliseren, pogen te rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd (artikel 1 negationismewet – thans artikel 256 Strafwetboek).
Beslissing
De inhoud van de bewoordingen, o.a. "vuile jood","ik heb eerbied voor Hitler, hij heeft er niet genoeg gedood" ten aanzien van de slachtoffers werd beschouwd als een goedkeuring van de genocide gepleegd door het Duitse nationaal-socialistische regime en dus een inbreuk op artikel 1 van de negationismewet ook al is het mogelijk dat de bewoordingen geuit door de beklaagde te wijten zijn aan opgewondenheid en aan een betreurenswaardige desinformatie.