Correctionele rechtbank Waals-Brabant, 25 juni 2001
Een man raakt slaags met een familie met migratieroots. De volgende ochtend schrijft hij op een muur in de wijk: "Je chie sur ta sous race. Retourne dans ton pays, fils de pute de marocain". 3 dagen later verwondt hij de broer van zijn eerste slachtoffer.
[Waarschuwing: deze uitspraak kan kwetsend taalgebruik bevatten.]
Beslissing
Juridische kwalificatie
Het openbaar ministerie vervolgde de beklaagde onder andere voor:
- Aanzetten tot discriminatie, rassenscheiding, haat of geweld jegens een groep, een gemeenschap of de leden ervan (artikel 1, 2° antiracismewet 1981 – thans artikel 250, 3°-4° Strafwetboek).
- Inbreuk op de wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens (wapenwet).
- Opzettelijke slagen en verwondingen (artikel 398 oud Strafwetboek).
- Publiciteit geven aan zijn voornemen tot rassendiscriminatie (artikel 1, 3° antiracismewet 1981).
Beslissing
De correctionele rechtbank is van oordeel dat deze hatelijke uitingen niet noodzakelijk een aanzetten tot discriminatie, haat of geweld vormen, maar dat het wel duidelijk een voornemen tot geweld betreft, zoals bepaald in artikel 1, 4° van de wet.
De correctionele rechtbank houdt bovendien rekening met het gedrag van de beklaagde tijdens de zitting, waar hij zijn haat tegenover "gekleurden" bevestigt om de straf te bepalen.