Ga verder naar de inhoud

Hof van beroep Gent, 24 juni 2021

In een zwembad verbiedt het huishoudelijk reglement het dragen van burkini’s om hygiënische/ecologische redenen. Er wordt gezegd aan een man met een loszittende zwemshort en een vrouw met burkini dat ze in deze kledij het zwembad niet kunnen betreden.

[Eerste aanleg: Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, 5 juli 2018]

[Zie ook: Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, 5 juli 2018]

[Zie ook: Grondwettelijk Hof, 10 juli 2019]

[Waarschuwing: deze uitspraak kan kwetsend taalgebruik bevatten.]

Gepubliceerd op: 24/06/2021
Domeinen: Activiteit voor het grote publiek (economisch, sociaal, cultureel of politiek), Goederen en diensten, Sport
Beschermde kenmerken: Discriminatie op basis van geloof of levensbeschouwing
Rechtsinbreuk(en): Discriminatie (burgerrechtelijk), Directe discriminatie, Indirecte discriminatie
Rechtsmacht: Hof van beroep
Rechtsgebied: Gent
Unia (burgerlijke) partij: neen

Feiten

In een zwembad verbiedt het huishoudelijk reglement het dragen van burkini’s om hygiënische/ecologische redenen. Er wordt gezegd aan een man met een loszittende zwemshort en een vrouw met burkini dat ze in deze kledij het zwembad niet kunnen betreden.

De rechtbank van eerste aanleg beslist, bij vonnis van 5 juli 2018, dat het verbieden van een lichaamsbedekkend badpak vanwege hygiëne of om veiligheidsredenen niet gerechtvaardigd is en dus een discriminatie inhoudt. Wat hygiëne en veiligheid betreft, verwijst de rechter naar het advies van het Agentschap Zorg en Gezondheid. Daarin staat aangegeven dat bij correct gebruik van lichaamsbedekkende zwemkledij als zwemkledij voldoet aan de hygiënische eisen. Verder houdt dit geen obstakel in voor de veiligheid, noch voor de drager ervan, noch voor andere gebruikers van het zwembad.

Beslissing

Het hof van beroep bevestigt het vonnis.

Unia was geen betrokken partij.

Wetgeving: 

Op de hoogte blijven van juridisch nieuws?