Hof van beroep Luik, 19 december 2011
8 Vlamingen waren het slachtoffer van fysieke agressie bij het verlaten van een bar in Durbuy. Hun wagen werd zwaar beschadigd. De correctionele rechtbank meende dat de daders de feiten gepleegd hadden uit sadisme en zonder de minste frustratie.
[Eerste aanleg: Correctionele rechtbank Luxemburg, afdeling Marche-en-Famenne, 23 februari 2011]
[Waarschuwing: deze uitspraak kan kwetsend taalgebruik bevatten.]
Feiten
De beklaagden werden ook voor andere feiten vervolgd. De correctionele rechtbank nam verzwarende omstandigheden in aanmerking maar zonder het beschermde criterium ('taal') expliciet te noemen.
Juridische kwalificatie
Het openbaar ministerie vervolgde de beklaagden voor:
- Poging tot doodslag (doden met het oogmerk om te doden) (artikel 393 oud Strafwetboek) met discriminerende drijfveer als verzwarende omstandigheid (artikel 405quater oud Strafwetboek).
- Diefstal en afpersing (artikel 461 e.v. oud Strafwetboek).
- Kwaadwillig het verkeer belemmeren (artikel 406 oud Strafwetboek).
- Bedreiging met een aanslag op personen of eigendommen (artikel 329 oud Strafwetboek).
- Vernieling van bouwwerken (artikel 521 oud Strafwetboek) met discriminerende drijfveer als verzwarende omstandigheid (artikel 525bis oud Strafwetboek).
- Opzettelijke slagen en verwondingen (artikel 398 oud Strafwetboek) met discriminerende drijfveer als verzwarende omstandigheid (artikel 405quater oud Strafwetboek) en opzettelijke slagen en verwondingen met ziekte of ongeschiktheid tot het verrichten van persoonlijke arbeid ten gevolge (artikel 399 oud Strafwetboek) met discriminerende drijfveer als verzwarende omstandigheid (artikel 405quater oud Strafwetboek).
- Inbreuk op de wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens (wapenwet).
Beslissing
Het hof van beroep neemt geen verzwarende omstandigheden in aanmerking, zonder evenwel de bijzondere ernst van de feiten te ontkennen.
Unia was geen betrokken partij.