Hof van beroep Luik, 30 juni 2021
Enkele personen die zich Identitaires Ardenne noemen, verspreiden haatboodschappen via de sociale media. Ze worden vervolgd zowel voor aanzetten tot haat als voor het verenigingsmisdrijf en het medewerking verlenen aan feiten waarbij uitdrukkelijk en herhaaldelijk wordt aangezet tot haat ten aanzien van beschermde personen, meer bepaald moslims en de LGBTI+-gemeenschap.
[Eerste aanleg: Correctionele rechtbank Luxemburg, afdeling Neufchâteau, 22 oktober 2020]
[Waarschuwing: deze uitspraak kan kwetsend taalgebruik bevatten.]
Feiten
Begin 2017 trekt een dreigmail, verstuurd door één van de beklaagden aan de organisator van de tentoonstelling Frontières: une exposition sur les limites et leurs limites, de aandacht van justitie op de groep Identitaires Ardenne.
Het onderzoek dat volgt, richt zich op de Facebookpagina van die groep waarop veel racistische, islamofobe en transfobe berichten staan. Op deze pagina presenteert de groep zich als een politieke beweging die "de belangen van ons erfgoed verdedigt tegen de aanspraken op, en de verovering van, ons grondgebied door een archaïsche beschaving".
Uit het onderzoek blijkt dat deze pagina wordt beheerd door de 2 hoofdbeklaagden. De beklaagden hebben zich niet alleen gemanifesteerd in de groep Identitaires Ardenne, maar ook binnen extreemrechtse bewegingen zoals de partij Alliance Identitaire Ardennaise (deze partij, die door één van de verdachten was opgericht, had overwogen om lijsten in te dienen voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2018, alvors zich terug te trekken) .
3 andere personen, die commentaar gaven op bepaalde berichten van Identitaires Ardenne, werden in deze zaak eveneens vervolgd.
Na een nauwgezette analyse van de talrijke stukken in het dossier (waaronder de website van de groep Identitaire Ardenne en de verschillende berichten op sociale media), achtte de correctionele rechtbank de 3 tenlasteleggingen in hoofde van de 2 hoofdbeklaagden bewezen.
Juridische kwalificatie
Het openbaar ministerie vervolgde de bekaagden voor:
- Behoren tot of medewerking verlenen aan een groep of vereniging die openlijk en herhaaldelijk rassendiscriminatie of rassenscheiding bedrijft of verkondigt (artikel 22 antiracismewet 1981 zoals gewijzigd in 2007 – thans artikel 252 Strafwetboek).
- Aanzetten tot haat of geweld jegens een groep, een gemeenschap of de leden ervan (artikel 22, 4° antidiscriminatiewet 2007 – thans artikel 250, 4° Strafwetboek).
- Aanzetten tot haat of geweld jegens een groep, een gemeenschap of de leden ervan (artikel 20, 4° antiracismewet 1981 zoals gewijzigd in 2007 – thans artikel 250, 4° Strafwetboek).
Beslissing
De uitspraak geveld in eerste aanleg wordt mits een aantal kleine aanpassingen bevestigd.
Unia was betrokken partij.