Hof van Cassatie, 10 september 2012
Een kankerpatiënte had als gevolg van haar behandeling te kampen met kaalheid; daarom droeg ze een hoofddoek. Samen met haar gezin ging ze uit voor een etentje. De dienster wees haar erop dat hoofddeksels in het restaurant niet toegelaten waren.
[Eerste aanleg: Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Hoei, 26 mei 2010]
[Hoger beroep: Hof van beroep Luik, 22 februari 2011]
[PM - Cassatie: Hof van Cassatie, 10 september 2012]
[Hoger beroep na cassatie: Hof van beroep Bergen, 29 september 2015]
[Waarschuwing: vonnissen en arresten kunnen kwetsend taalgebruik bevatten.]
Feiten
Het slachtoffer stelt een vordering tot staking in op grond van discriminatie omwille van gezondheidstoestand en de rechtbank van eerste aanleg van Luik, afdeling Hoei, dd. 26 mei 2010, kent haar vordering toe.
Het hof van beroep van Luik, dd. 22 februari 2011, meende dat een kledingvoorschrift geen beschermd criterium was.
Beslissing
Het Hof van Cassatie heeft dat arrest verbroken aangezien de stakingsvordering wel degelijk gestoeld was op een indirecte discriminatie op grond van gezondheidstoestand, en het hof van beroep dus de wet verkeerd interpreteerde.
Wetgeving:
- Artikel 2, 1e lid, 2° en artikel 3, 2e lid, 5° Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie (antidiscriminatiewet) (10 mei 2007)