Ga verder naar de inhoud

Hof van Cassatie, 14 mei 2012

Een CAO van 1 februari 2005 voorzag een forfaitaire schadevergoeding door het bedrijf als dat een werkgarantie niet naleefde. Een werknemer vond dat die bepaling in strijd was met de antidiscriminatiewetten van 25 februari 2003 en 10 mei 2007.

[Zie ook: Arbeidshof Luik, afdeling Luik, 8 oktober 2010]

Gepubliceerd op: 14/05/2012
Domeinen: Arbeid
Beschermde kenmerken: Leeftijdsdiscriminatie (agisme)
Rechtsinbreuk(en): Discriminatie (burgerrechtelijk), Directe discriminatie
Rechtsmacht: Hof van Cassatie
Rechtsgebied: België
Unia (burgerlijke) partij: neen

Feiten

Een man werkt in een bank. Door een overname van de bank is hij overgegaan van een statutaire naar een contractuele betrekking. Er werd een CAO afgesloten die werkzekerheid garandeert en beschermt tegen ontslag. Ex-statutaire werknemers kunnen daardoor enkel ontslagen worden wanneer ze de pensioenleeftijd van 60 jaar bereiken, in functie van hun anciënniteit en omwille van een motief dat samenhangt met de competenties van de werknemer.

De man wordt ontslagen en hij is van oordeel dat de CAO discrimineert op grond van leeftijd. Het arbeidshof oordeelde dat er geen sprake was van discriminatie.

De man gaat in cassatieberoep omdat het openbaar ministerie niet werd gehoord.

Beslissing

Het arrest wordt niet verbroken.

"Door zonder bijstand van het openbaar ministerie uitspraak te doen over het discriminerende karakter van deze bepaling, heeft het arbeidshof, dat geen verzoek op grond van de wet van 10 mei 2007 had ontvangen, in zijn arrest van 8 oktober 2010 geen van de in het middel aangevoerde wettelijke bepalingen geschonden."

Unia was geen betrokken partij.

Afgekort: Cass., 14-05-2012

Wetgeving:

Op de hoogte blijven van juridisch nieuws?