Ga verder naar de inhoud

Hof van Cassatie, 18 november 2024

Een vzw biedt hulp aan moeders en legt bepaalde voorwaarden op om te kunnen deelnemen aan haar activiteiten. Het hof van beroep van Antwerpen oordeelde in een arrest van 14 november 2022 dat de activiteiten van de vzw niet onder het toepassingsgebied van de Antidiscriminatiewet en het Vlaamse Gelijkekansendecreet vielen omdat ze geen publiek karakter hadden. Het Hof van Cassatie vernietigt dit arrest. De wetgever heeft immers enkel zuiver private betrekkingen uit het toepassingsgebied van de betrokken regelgeving willen uitsluiten. De vzw richt zich met haar activiteiten tot een ruimer publiek en het feit dat ze bepaalde voorwaarden oplegt, doet geen afbreuk aan het publieke karakter van de georganiseerde activiteit. 

[Eerste aanleg: Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, 7 januari 2021

[Hoger beroep: Hof van beroep Antwerpen, 14 november 2022]

[PM – Cassatie: Hof van Cassatie, 18 november 2024]

Gepubliceerd op: 18/11/2024
Domeinen: Activiteit voor het grote publiek (economisch, sociaal, cultureel of politiek), Goederen en diensten
Beschermde kenmerken: Discriminatie op basis van geloof of levensbeschouwing, Discriminatie op basis van vermogen
Rechtsinbreuk(en): Discriminatie (burgerrechtelijk), Cumulatieve discriminatie, Discriminatie bij associatie, Directe discriminatie, Indirecte discriminatie
Rechtsmacht: Hof van Cassatie
Rechtsgebied: België
Unia (burgerlijke) partij: ja

Feiten   

Een vzw biedt hulp aan hulpbehoevende moeders met kinderen tot en met 12 jaar. Om hiervoor in aanmerking te komen moeten de moeders doorverwezen worden door een erkende dienst (zoals het OCMW, de politie, een school …). Daarna volgt een intakegesprek. 

De hulp bestaat in de eerste plaats uit het wekelijks uitdelen van hulppakketten. Maar de vzw beschikt ook over een dagzaal waar allerlei bijkomende diensten worden aangeboden (de moeders kunnen er een drankje nuttigen, de baby’s kunnen er een bad en een warme maaltijd krijgen, de moeders en kinderen kunnen er hun  haar laten knippen …). Moeders en begeleiders of vrijwilligers die een hoofddoek dragen, krijgen slechts toegang tot de dagzaal en de bijkomende diensten wanneer ze hun hoofddoek afdoen. Doen ze dat niet, dan krijgen ze een hulppakket in de inkomhal van het gebouw en blijven ze verstoken van de bijkomende diensten. 

Unia stelde een stakingsvordering in tegen deze praktijk op basis van de Antidiscriminatiewet en het Vlaamse Gelijkekansendecreet. De rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen oordeelde in een vonnis van 7 januari 2021 dat er sprake was van directe discriminatie op grond van geloof en beval de staking van de praktijk onder verbeurte van een dwangsom.

Het hof van beroep van Antwerpen oordeelde in een arrest van 14 november 2022 evenwel dat de Antidiscriminatiewet en het Vlaamse Gelijkekansendecreet niet van toepassing waren. Beide verbieden discriminatie bij de toegang tot en de deelname aan een economische, sociale, culturele of politieke activiteit die toegankelijk is voor het publiek of die buiten de privésfeer wordt gehouden. Het hof van beroep oordeelde dat de hulpverlening niet toegankelijk was voor het grote publiek en niet buiten de privésfeer werd gehouden. De vzw richtte zich immers tot een specifieke groep die werd doorverwezen door een erkende dienst en die werd toegelaten na een intakegesprek. De gebouwen van de vzw waren niet vrij toegankelijk. Unia was volgens het hof van beroep dus niet bevoegd om in rechte op te treden.

Tegen het arrest werd door Unia cassatieberoep ingesteld.

Beslissing 

Het Hof van Cassatie vernietigt het arrest van het hof van beroep van Antwerpen in zoverre dat dit het hoger beroep van Unia onontvankelijk verklaart en verwijst de zaak naar het hof van beroep van Gent.

De wetgever heeft, aldus het Hof van Cassatie, enkel zuiver private betrekkingen tussen individuen, met inbegrip van betrekkingen tussen de leden van een vereniging, uit het toepassingsgebied van de betrokken regelgeving willen uitsluiten. Economische, sociale, culturele of politieke activiteiten van een vereniging die zijn gericht op een ruimer publiek, vallen binnen het toepassingsgebied van de Antidiscriminatiewet en het Vlaamse Gelijkekansendecreet. Dat de vereniging bepaalde voorwaarden oplegt om effectief te kunnen deelnemen aan de activiteit, of de activiteit slechts op afgebakende tijdstippen organiseert, doet geen afbreuk aan het publieke karakter van de georganiseerde activiteit.

Unia was betrokken partij.

Afgekort: Cass., arrest nr. C.23.0090.N, 18-11-2024

 

WetgevingDecreet van de Vlaamse Gemeenschap houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid (10 juli 2008)

Op de hoogte blijven van juridisch nieuws?