Ga verder naar de inhoud

Hof van Justitie van de Europese Unie, 16 oktober 2007

Richtlijn 2000/78 verzet zich niet tegen een nationale regeling waarin de geldigheid wordt erkend van in CAO's voorkomende clausules betreffende gedwongen pensionering die daarvoor als enige voorwaarden stellen dat de werknemer de door de nationale wetgeving op 65 jaar gestelde leeftijdsgrens voor pensioengerechtigdheid heeft bereikt en voldoet aan de overige in de socialezekerheidswetgeving gestelde voorwaarden om aanspraak te kunnen maken op een op premie‑ of bijdragebetaling berustend ouderdomspensioen.

Gepubliceerd op: 16/10/2007
Domeinen: Arbeid, Sociale bescherming
Beschermde kenmerken: Leeftijdsdiscriminatie (agisme)
Rechtsinbreuk(en): Discriminatie (burgerrechtelijk), Directe discriminatie
Rechtsmacht: Hof van Justitie van de Europese Unie
Rechtsgebied: Europese Unie
Unia (burgerlijke) partij: neen

Félix Palacios de la Villa tegen Cortefiel Servicios SA (C-411/05)

Feiten

De heer Palacios de la Villa wordt ontslagen op het ogenblik dat hij de pensioen gerechtigde leeftijd bereikt zoals voorzien binnen het raam van een collectieve arbeidsovereenkomst. Hij had voldoende activiteitsperioden verzameld om te genieten van een volledig rustpensioen.

Beslissing

Het verbod van elke discriminatie op grond van leeftijd, zoals uitgewerkt in Richtlijn 2000/78 moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen een nationale regeling als aan de orde in het hoofdgeding, waarin de geldigheid wordt erkend van in collectieve overeenkomsten voorkomende clausules betreffende gedwongen pensionering die daarvoor als enige voorwaarden stellen dat de werknemer de door de nationale wetgeving op 65 jaar gestelde leeftijdsgrens voor pensioengerechtigdheid heeft bereikt en voldoet aan de overige in de socialezekerheidswetgeving gestelde voorwaarden om aanspraak te kunnen maken op een op premie‑ of bijdragebetaling berustend ouderdomspensioen, wanneer:

  • de betrokken maatregel, hoewel gebaseerd op de leeftijd, in het kader van de nationale wetgeving objectief en redelijk wordt gerechtvaardigd door een legitieme doelstelling van werkgelegenheids‑ en arbeidsmarktbeleid, en
  • de voor het bereiken van deze doelstelling van algemeen belang ingezette middelen niet als daartoe niet passend en niet noodzakelijk zijn te beschouwen.

Unia was geen betrokken partij.

Afgekort: EU-HvJ, Félix Palacios de la Villa tegen Cortefiel Servicios SA, 16/10/2007 – Rolnummer C-411/05

Wetgeving:

Op de hoogte blijven van juridisch nieuws?