Rechtspraak over discriminatie
Op zoek naar rechtspraak over discriminatie? Eén van de opdrachten van Unia is het verzamelen en bekend maken van rechterlijke uitspraken die nuttig zijn om de antiracisme- en antidiscriminatiewetgeving (in ruime zin) te evalueren.
De databank op deze pagina verzamelt vonnissen en arresten over discriminatie, haatmisdrijven en haatspraak (met inbegrip van negationisme). Gebruik de zoektermen of filters om vonnissen en arresten te vinden. De teksten zijn geanonimiseerd en van een samenvatting voorzien. Daarnaast ontwikkelt Unia ook thematische analyses van rechtspraak.
Filter
Jeugdrechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, 26 januari 2001
Een Afrikaanse vrouw wordt achterna gezeten door enkele minderjarige jongeren die allerlei racistische onzin uitkramen. De jongeren krijgen haar uiteindelijk te pakken en slaan haar met een leiband. Een van deze jongeren wordt veroordeeld voor racisme tot een alternatieve straf, nl. het verrichten van een prestatie van opvoedkundige aard gedurende 24 uur en het volgen van een vormingsproject aangaande racisme gedurende 15 uur.
Correctionele rechtbank Brussel (Franstalig), 23 januari 2001
Een conciërge had een pamflet, dat hij zelf niet geschreven had, rondgedeeld. Daarin werd de spot gedreven met de afkomst van asielzoekers en werden ze voorgesteld als toekomstige criminelen en sociale profiteurs. De rechtbank is van oordeel dat zelfs een beperkte verspreiding van een dergelijke pamflet aanzet tot discriminatie en haat jegens een groep wegens de nationale of etnische afstamming.
Correctionele rechtbank Brussel (Franstalig), 7 november 2000
In toepassing op de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Duitse nationaalsocialistische regime is gepleegd, werd David V veroordeeld tot 6 maand gevangenisstraf met uitstel en een geldboete van 40.000 BEF. Hij is ook veroordeeld tot het publiceren van het vonnis in een Franstalig en een Nederlandstalig dagblad.
Correctionele rechtbank West-Vlaanderen, afdeling Veurne, 20 oktober 2000
In het gerechtelijke arrondissement Veurne heeft de lokale politie het recht om kleinere misdrijven autonoom te behandelen en om ze slechts daarna door te sturen voor eventuele vervolging. De correctionele rechtbank van Veurne volgde op 20 oktober 2000 het advies van de rijkswacht die meende dat de beklaagde “bewust een vreemdeling van Servische afkomst vernederde. Het was geen uiting van zijn gevoelens, maar wel degelijk de intentie om de persoon in kwestie te kwetsen. Door de uitlatingen werd A.N. duidelijk in zijn eer gekrenkt”.
Correctionele rechtbank Leuven, 15 september 2000
Op 26 mei 2000 riep de beklaagde op straat en in aanwezigheid van een getuige "vuile aap, ze moesten u afvoeren naar Polen. Heil Hitler" naar het slachtoffer en bespuugde hem 2 maal. De beklaagde bevestigde het gebeuren en gaf grif toe dat hij een racist is.
Correctionele rechtbank Luik, afdeling Verviers, 5 september 2000
Tijdens de gemeenteraad van Verviers op 24 maart 1997 had een extreemrechts gemeenteraadslid het over “canaille maghrébine”, “racaille policière”, enz. Zowel de gemeente als de MRAX dienden klacht in wegens laster en het aanzetten tot haat.
Hof van Cassatie, 28 juni 2000
Uit de vermelding alleen dat het uiterlijk van de beklaagde overeenkomt met de informatie verstrekt door een niet-geïdentificeerde getuige, die erop gewezen heeft dat de daders Maghrebijnen waren, kan niet worden afgeleid dat het arrest dat de beklaagde veroordeelt, artikel 1 van de antiracismewet schendt.
Hof van beroep Brussel (Nederlandstalig), 27 juni 2000
Het hof van beroep veroordeelt Wim E. voor de verspreiding van racistische e-mails op elektronische discussiefora op internet (de zogenaamde newsgroups).
Correctionele rechtbank Limburg, afdeling Hasselt, 10 mei 2000
In 2 vonnissen van de correctionele rechtbank in Hasselt rond de weigering van toegang tot een dancing voor personen met migratieroots wordt de argumentatie hernomen die dezelfde rechtbank in een uitspraak van 21 november 1996 rond soortgelijke feiten heeft ontwikkeld. De rechter vond destijds dat er pas sprake was van discriminatie wanneer geen objectieve reden tot weigering kon worden aangevoerd.