Hof van beroep Antwerpen, 4 april 2025
2 voetbalsupporters hadden tijdens een voetbalmatch antisemitische liederen gezongen en de Hitlergroet gebracht. Ze werden veroordeeld voor negationisme en aanzetten tot haat en geweld jegens de Joodse gemeenschap.
[Eerste aanleg: Correctionele rechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, 18 juni 2024]
[Waarschuwing: vonnissen en arresten kunnen kwetsend taalgebruik bevatten.]
Feiten
Op 27 december 2021 vond een voetbalwedstrijd Beerschot tegen Anderlecht plaats. Ingevolge coronamaatregelen was geen publiek toegelaten. Supporters van Beerschot volgden de wedstrijd op een scherm in een café. Na de wedstrijd werd op sociale media een filmpje gepost waarin een groep supporters antisemitische liederen aan het zingen waren. Tijdens het onderzoek meende de politie 2 verdachten te kunnen identificeren.
De correctionele rechtbank sprak de 2 verdachten evenwel vrij op grond van twijfel omdat de beelden van het filmpje in het dossier veel te onduidelijk waren en niet met zekerheid kon worden vastgesteld dat ze de feiten hadden gepleegd.
Juridische kwalificatie
Het openbaar ministerie vervolgde de beklaagden voor:
- Ontkennen, schromelijk minimaliseren, pogen te rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Duitse nationaalsocialistische regime is gepleegd (artikel 1 negationismewet).
- Aanzetten tot haat of geweld jegens een groep, een gemeenschap of de leden ervan (artikel 20, 4° antiracismewet).
Beslissing
Het hof van beroep oordeelde, anders dan de correctionele rechtbank, dat er geen enkele twijfel bestond met betrekking tot de identificatie van beide beklaagden op de bewuste beelden. Het hof van beroep baseerde zich voor die conclusie op 2 navolgende processen-verbaal die aan het dossier werden toegevoegd (1 met screenshots in kleur en 1 met preciseringen vanwege de politie) en op het het filmpje dat tijdens het beraad werd bekeken.
Op de beelden was te zien hoe de beklaagden de Hitlergroet brachten terwijl ze luidkeels zongen: "Ons moeder zat bij de SS en samen verbranden ze joden. Want joden die branden het best. Sieg Heil." Dit kon volgens het hof van beroep enkel worden gezien als een inbreuk op de negationismewet, namelijk het schromelijk minimaliseren en goedkeuren van de Holocaust, en het onderschrijven en verheerlijken van de nazi-ideologie.
De beklaagden hadden ook gezongen: "Hamas Hamas alle joden aan het gas." Daarmee hadden ze volgens het hof van beroep doelbewust aangezet tot haat en geweld jegens de Joodse gemeenschap.
Beide beklaagden werden veroordeeld tot een autonome probatiestraf van 1 jaar. Het hof van beroep wees voor wat betreft de invulling ervan op het volgen van een leertraject in de Kazerne Dossin.
Unia kreeg een schadevergoeding van 350 euro, evenals een rechtsplegingsvergoeding.
Aandachtspunt
Eén van de beklaagden had benadrukt dat de gezangen niet gericht waren tegen de Joodse gemeenschap, maar wel tegen de supporters van FC Antwerp die aangeduid werden als 'Joden'. Het hof van beroep volgde die redenering niet, want de voetbalwedstrijd werd gespeeld tegen Anderlecht en bovendien was de context van voetbalrivaliteit geen vrijbrief voor negationistische en antisemitische haatdragende gezangen.
Unia was betrokken partij.
Afgekort: HvB Antwerpen, 4/4/2025 - Rolnummer 2024/CO/948