Hof van Cassatie, 7 september 2015
Het arbeidshof van Brussel oordeelde bij arrest van 28 mei 2013 dat er geen sprake was van discriminatie op grond van leeftijd bij het ontslag van een bediende, voorheen werknemer van de ASLK. Volgens het arbeidshof was de leeftijd geen reden of criterium voor het ontslag maar enkel, in combinatie met de anciënniteit, een criterium om het einde te bepalen van de periode van versterkte bescherming tegen ontslag. Die werknemers genoten van een versterkte bescherming tegen ontslag tot ze de leeftijd van 60 jaar bereikten.
[Eerste aanleg: Arbeidsrechtbank Brussel (Franstalig), 19 maart 2008]
[Hoger beroep: Arbeidshof Brussel (Franstalig), 28 mei 2013]
[Waarschuwing: vonnissen en arresten kunnen kwetsend taalgebruik bevatten.]
Hof van Cassatie, 7 september 2015
Beslissing
Artikel 2, § 4 van de wet van 25 februari 2003 ter bestrijding van discriminatie en tot wijziging van de wet van 15 februari 1993 tot oprichting van een Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding verbiedt elke discriminatie bij de voorwaarden inzake ontslag.
Het verlies van een bescherming tegen het ontslag is een voorwaarde inzake ontslag volgens voornoemde bepaling.
Het arrest rechtvaardigt niet waarom het besluit dat er geen verschil is in behandeling op basis van leeftijd bij de voorwaarden inzake ontslag.
Afgekort: Cass., 7-09-2015
Wetgeving:
- Artikel 2, § 4 en artikel 18 Wet ter bestrijding van discriminatie en tot wijziging van de wet van 15 februari 1993 tot oprichting van een Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding (antidiscriminatiewet 2003 – opgeheven) (25 februari 2003)
- Artikel 9, artikel 51, 1°, artikel 51, 3° en artikel 51, 5° Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités (5 december 1968)