Ga verder naar de inhoud

Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, 31 december 2003

Een homoseksueel paar wenst een appartement te huren. Een paar dagen later krijgen ze van het immobiliënkantoor te horen dat de eigenares niet wenst te verhuren aan 2 mannen of 2 vrouwen. 1 van de mannen en het Centrum dienen een vordering tot staking in tegen de 3 eigenaars, het immobiliënkantoor en later ook tegen de moeder van de eigenaars die de verhuur afhandelde.

[Hoger beroep: Hof van beroep Gent, 30 november 2005]

[Waarschuwing: vonnissen en arresten kunnen kwetsend taalgebruik bevatten.]

Gepubliceerd op: 31/12/2003
Domeinen: Huisvesting
Beschermde kenmerken: Discriminatie op basis van seksuele oriëntatie
Rechtsinbreuk(en): Discriminatie (burgerrechtelijk), Directe discriminatie
Rechtsmacht: Rechtbank van eerste aanleg
Rechtsgebied: Oost-Vlaanderen
Unia (burgerlijke) partij: ja

Beslissing

De rechter meent dat de 2 slachtoffers niet verplicht waren samen op te treden, maar dat er wel degelijk sprake is van een belang gelet op herhalingsgevaar ook al is het appartement ondertussen verhuurd. De 3 eigenaars zijn op geen enkel moment tussengekomen en hebben dus niet gediscrimineerd. Het optreden van de moeder was niet gedekt door een lastgeving of schijnmandaat.

De omkering van bewijslast kan niet worden toegepast bij gebrek aan uitvoeringsbesluit voor de praktijktesten. Uit niets blijkt dat het immobiliënkantoor gediscrimineerd heeft aangezien zij het koppel hebben voorgesteld aan de ‘eigenares’.

Stakingsvordering ontvankelijk maar ongegrond.

Op de hoogte blijven van juridisch nieuws?