Rechtspraak over discriminatie
Op zoek naar rechtspraak over discriminatie? Eén van de opdrachten van Unia is het verzamelen en bekend maken van rechterlijke uitspraken die nuttig zijn om de antiracisme- en antidiscriminatiewetgeving (in ruime zin) te evalueren.
De databank op deze pagina verzamelt vonnissen en arresten over discriminatie, haatmisdrijven en haatspraak (met inbegrip van negationisme). Gebruik de zoektermen of filters om vonnissen en arresten te vinden. De teksten zijn geanonimiseerd en van een samenvatting voorzien. Daarnaast ontwikkelt Unia ook thematische analyses van rechtspraak.
Filter
Hof van beroep Luik, 21 maart 2023
Correctionele rechtbank Namen, afdeling Dinant, 14 maart 2023
Arbeidshof Brussel (Franstalig), 1 maart 2023
Arbeidsrechtbank Waals-Brabant, afdeling Nijvel, 28 februari 2023
Een vrouw van 61 krijgt geen terugbetaling van een tweede cochleair implantaat. De arbeidsrechtbank oordeelt dat er sprake is van discriminatie op basis van leeftijd. De debatten worden heropend om na te gaan of er eventueel ook sprake is van discriminatie op basis van handicap.
Correctionele rechtbank Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde, 28 februari 2023
Een man wordt veroordeeld tot onder meer een bezoek aan de Kazerne Dossin omwille van het plaatsen van negationistische en rechts-extremistische berichten op VK en Instagram.
Rechtbank van eerste aanleg Brussel (Franstalig), 17 februari 2023
Hof van beroep Luik, 14 februari 2023
Correctionele rechtbank Limburg, afdeling Tongeren, 13 februari 2023
In deze zaak van racistisch geweld leidt de correctionele rechtbank het haatmotief af uit de bewoordingen die werden gebruikt tegenover het slachtoffer en tegenover de politie. Het feit dat de beklaagde behoorlijk dronken was vormt geen excuus.
Arbeidsrechtbank Gent, afdeling Aalst, 8 februari 2023
Een vrouw werd op haar eerste werkdag bij een verzekeringsmakelaar ontslagen omwille van een erfelijk gebitsprobleem. De voorzitter van de arbeidsrechtbank oordeelde dat “met betrekking tot de fysieke eigenschap het argument dat de werknemer omwille van zijn uiterlijk negatieve reacties uitlokt bij klanten of collega’s, niet als legitiem doel kan worden beschouwd om een onderscheid te rechtvaardigen”.