Ga verder naar de inhoud

Raad van State, 29 augustus 2025

Een jongen moet examens afleggen voor een jury, maar een bepaalde redelijke aanpassing wordt niet toegestaan. Hij vraagt (opnieuw) om de beslissing te schorsen bij uiterst dringende noodzakelijkheid. De Raad van State schorst de beslissing omdat de beslissing niet individueel werd gemotiveerd.

[Zie ook: Raad van State, 21 maart 2025]

Gepubliceerd op: 29/08/2025
Domeinen: Onderwijs
Beschermde kenmerken: Discriminatie op basis van handicap (validisme)
Rechtsinbreuk(en): Discriminatie (burgerrechtelijk), Weigeren redelijke aanpassingen
Rechtsmacht: Raad van State
Rechtsgebied: België
Unia (burgerlijke) partij: neen

Feiten

Een jongen heeft verschillende neurologische aandoeningen en volgt thuisonderwijs. Wanneer hij examens moet afleggen voor een jury vraagt hij redelijke aanpassingen, waaronder begeleid kunnen worden door een derde-helper. Dat werd geweigerd. De ouders verzoeken de Raad van State om de beslissing te schorsen bij uiterst dringende noodzakelijkheid. 

Een eerder verzoek in die zin werd afgewezen door de Raad van State (omdat het laattijdig werd ingediend).

Beslissing

De Raad van State aanvaardt de uiterst dringende noodzakelijkheid en schorst de uitvoering van de beslissing.

Het decreet van het Waals Gewest ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie verplicht om te voorzien in redelijke aanpassingen voor personen met een handicap. Daarbij moet, volgens het Wetboek van de Franse Gemeenschap voor het basis- en secundair onderwijs, een individuele analyse worden gemaakt van de noden van de betrokken persoon enerzijds en van de lasten die de maatregel met zich meebrengt anderzijds.

Een dergelijke individuele analyse is niet gebeurd. Er werd geen concrete analyse gemaakt van de specifieke situatie van de betrokkene. Het voordeel van de aanwezigheid van een derde-helper voor de betrokkene werd niet afgewogen tegenover de nadelen voor de andere kandidaten en de jury. Er werd enkel in algemene en abstracte termen verwezen naar een aantal argumenten om geen redelijke aanpassingen toe te staan.

Volgens de Raad van State is de beslissing prima facie in strijd met artikel 5 van het decreet van het Waals Gewest ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie, artikel 3 van de wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en het beginsel van materiële motivering. 

Aandachtspunten

De tegenpartij had opgeworpen dat er geen uiterst dringende noodzakelijkheid was. 

De Raad van State oordeelt dat voor het instellen van een procedure bij uiterst dringende noodzakelijkheid het verband tussen het verlies van een schooljaar en de weigering om te voorzien in de redelijke aanpassing niet met zekerheid moet worden aangetoond. De jongen was geslaagd voor zijn examens toen hij werd begeleid door een derde-helper. Hij was niet geslaagd (wegens een paniekaanval) toen hij niet werd begeleid door een derde-helper. De waarschijnlijkheid van een situatie met zeer schadelijke en mogelijk onomkeerbare gevolgen was daardoor voldoende aangetoond volgens de Raad van State.

Wat de mogelijkheid betreft om de studies voort te zetten in erkende onderwijsinstellingen, oordeelt de Raad van State dat die evenmin van die aard is dat daarmee het ontbreken van urgentie wordt aangetoond, aangezien dit juist een van de aspecten van de beweerde schade betreft waarbij de verzoekende partij vreest dat die instellingen niet geschikt zijn voor een kind met een dergelijke handicap.

Unia was geen betrokken partij.

Afgekort: RvS, 29/8/2025 - Rolnummer 264.036

Wetgeving:

Op de hoogte blijven van juridisch nieuws?