Belkacem, die vorig jaar al veroordeeld is voor soortgelijke feiten, stond ditmaal terecht voor zijn uitspraken op twee YouTube-filmpjes en tijdens een gefilmde persconferentie naar aanleiding van het verbod op een geplande betoging tegen het boerkaverbod in Brussel. Het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding stelde zich burgerlijke partij in deze zaak omdat Belkacem aanzette tot haat, geweld en discriminatie - enerzijds tegenover niet-moslims, vanwege hun geloof, levensbeschouwing of politieke overtuiging, anderzijds tegenover Filip Dewinter. Hij riep daarbij ook expliciet op tot het compromisloze voeren van een gewapende strijd.

Belkacem werd voor deze feiten al veroordeeld in eerste aanleg, vorig jaar, maar was tegen dat vonnis  in beroep gegaan. Jozef De Witte, directeur van het Centrum, besluit: 'Dat Belkacem ook in beroep veroordeeld wordt, bevestigt dat zijn uitspraken niet alleen choqueerden, maar dat hij bovendien de intentie had om de personen tot wie hij zich richtte op hun beurt tot haat of geweld aan te zetten.'