Het vaste boordtarief van de NMBS spoort niet met het VN-Verdrag

9 februari 2015
Discriminatiegrond: Handicap

Tot vorige week moest een treinreiziger 3 euro extra betalen als hij op de trein zelf een ticket kocht en de treinbegeleider vooraf verwittigd had. Zo niet, dan betaalde hij een supplement van 12,50 euro. Personen met een erkende handicap moesten geen enkel supplement betalen. 

Op 1 februari heeft de NMBS een vast supplement van 7 euro ingevoerd voor alle reizigers. Het Interfederaal Gelijkekansencentrum heeft, net als de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap, ernstige bedenkingen bij die maatregel. ‘Ja, aan iemand zonder fysieke, sensorische of verstandelijke beperking kan je vragen om een ticket te kopen via het internet of aan een betaalautomaat in het station. Maar voor een aantal personen met een handicap is dat gewoonweg uitgesloten’, zegt Jozef De Witte, directeur van het Centrum. ‘En dat terwijl het openbaar vervoer voor personen met een handicap vaak de enige manier is om zich te verplaatsen – voor hun werk, hun studie enzovoort.’

Volgens het Centrum gaat de maatregel om te beginnen in tegen het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap. België heeft dat verdrag op 2 juli 2009 geratificeerd. De Witte: ‘Het VN-Verdrag bepaalt dat personen met een handicap diensten voor het publiek zo autonoom en gelijkwaardig mogelijk moeten kunnen gebruiken. Het nieuwe boordtarief van de NMBS staat daar haaks op. Maar het gaat ook in tegen de Belgische Antidiscriminatiewet van 10 mei 2007. De Antidiscriminatiewet en het VN-Verdrag verplichten om zogenoemde ‘redelijke aanpassingen’ te voorzien als een dienst niet toegankelijk is. Conclusie: de NMBS heeft bij het uittekenen van haar nieuwe maatregel geen – of in elk geval te weinig – rekening gehouden met de diversiteit van haar klanten. En ze heeft evenmin tijdig redelijke aanpassingen voorzien.’

De maatregel lijkt bovendien in strijd met de Europese Verordening nummer 1371/2007 over de rechten en plichten van treinreizigers. Die zegt in haar preambule: ‘Gehandicapte personen en personen met beperkte mobiliteit moeten zonder extra kosten hun vervoerbewijs in de trein kunnen kopen.’ Verderop bevestigt ze: ‘Boekingen en vervoerbewijzen worden gehandicapte personen en personen met beperkte mobiliteit aangeboden zonder extra kosten.’ De recente Europese Verordening nummer 1300/2014 voegt daaraan toe dat personen met een visuele handicap die op onbemande stopplaatsen de trein nemen op een andere manier een ticket moeten kunnen kopen, bijvoorbeeld in de trein. Ze stelt ook dat er in elk station met ticketautomaten er minstens één toegankelijk moet zijn voor rolstoelgebruikers en personen met een beperkte lichaamslengte.

Jozef De Witte: ‘Het Centrum lanceert daarom een dubbele oproep. Ten eerste vragen we de Belgische overheidsdiensten, zoals de FOD Mobiliteit en Vervoer, op om na te gaan of de NMBS zich houdt aan de Europese regelgeving. En als dat niet zo is: om meteen op te treden. Ten tweede roepen we elke persoon met een handicap op om zelf, of via een vereniging van personen met een handicap, problemen te melden waarmee hij of zij door de nieuwe maatregel te maken krijgt.’ Op basis van die meldingen kan het Centrum verdere stappen overwegen om een oplossing te bereiken. Zodat het openbaar vervoer in ons land spoort met het VN-Verdrag en de Belgische wet.