Wij zijn allemaal homo

17 augustus 2018
Actiedomein: Samenleving
Discriminatiegrond: Seksuele geaardheid

Els Keytsman en Patrick Charlier merken dat mensen niet altijd even zwaar tillen aan homofobe reacties. Maar telkens als holebi’s het mikpunt zijn van agressie, is ieder van ons aangevallen. Onze vrijheid om anders te kunnen zijn, staat op het spel.

‘Door zo op straat te lopen, vragen ze erom’, ‘Ze hebben genoeg rechten, ze zouden beter discreet blijven’, ‘Twee mannen die hand in hand lopen, zijn een provocatie’, ‘Er zijn dringendere dingen dan de strijd tegen homofobie’ … Een bloemlezing van de reacties die volgden op het homofobe geweld in Gent en Antwerpen en dat in Brussel afgelopen voorjaar.

Vaak lees je dat soort reacties hoofdschuddend om ze daarna te vergeten. Toch kunnen we ze niet zomaar negeren. Die hatelijke reacties verwerpen de ander in al zijn verschillen en draaien rond de haat en intolerantie tegenover het onbekende. Ze verraden hoe mensen zich terugtrekken in de eigen wereld, in de eigen overtuiging en in de eigen cultuur.

Recht om te leven zoals we willen

Telkens als een holebi het mikpunt wordt van beledigingen of agressie, is ieder van ons aangevallen, want dan zijn ook onze vrijheid om anders te zijn en ons recht om te leven zoals we zelf willen, in gevaar. Daarom zijn we allemaal holebi.

Willen we leven in een land waarin elk verschil argwaan opwekt? Of in een open en inclusief land dat ieders rechten erkent?

De wetgever kan nog veel werk verrichten om holebi’s beter te beschermen. Unia evalueerde de wetgeving en zag enkele hiaten. Het lijstje van wat vandaag als haatmisdrijf wordt bestempeld, is te beperkt. Zo is het geen haatmisdrijf om homo’s met geweld te bestelen, na bijvoorbeeld eerst gechat te hebben. Er bestaat dus geen verzwarende omstandigheid wanneer er homohaat in het spel is.

Alleen racistische persmisdrijven komen vandaag voor de strafrechter. Alle andere, zoals homofobe persdelicten, komen voor een assisenjury. maar het hof van assisen wordt vandaag nooit bijeengeroepen voor zulke misdrijven. Die persmisdrijven blijven onbestraft, terwijl de racistische wel worden bestraft. Die misdrijven zouden op dezelfde manier moeten worden behandeld. Voor ons moeten homofobe persmisdrijven ook voor de correctionele rechtbank gebracht worden.

Het profiel

Een andere vraag die meestal opduikt: wie zijn de daders? Vooralsnog hebben we geen afgelijnd beeld van hen. In de survey ‘Samenleven in diversiteit 2017’ zijn de percentages van ondervraagden die zeggen dat ze het (helemaal) oneens zijn met de stelling dat holebi’s hun leven moeten kunnen leiden zoals zij dat willen: 9 procent (mensen met een Poolse herkomst), 13 procent (Roemeense), 16 procent (Marokkaanse), 28 procent (Congolese) en 31 procent (Turkse). Bij personen met Belgische roots gaat het om amper 2 procent. Maar dat iemand het oneens is met de levensstijl van holebi’s, betekent nog niet dat hij geweld pleegt tegenover holebi’s. Uit een studie die Unia bestelde, blijkt dat 49 procent homoseks onnatuurlijk vindt.

Als pijnlijk geheugensteuntje geven we de namen van de daders die Ihsane Jarfi vermoordden: Jeremy, Jonathan, Eric en Mutlu. De moordenaar van Jacques Kotnik heette Ra­phaël. In een dossier waarbij een homo in de Ourthe voor dood werd achtergelaten, waren de daders Robert en Michel. Bij Panzer – die kort voor de Antwerpse Pride dreigtweets stuurde – werd een hakenkruisvlag gevonden. Dan was er ook nog de zaak van twee jongeren die homoseksuele mannen hadden bestolen en die verklaarden dat ze in een moskee daartoe opdracht hadden gekregen.

We zijn ervan overtuigd dat homofoob geweld in al zijn aspecten meer moet worden onderzocht. Maar één ding staat als een paal boven water: intolerantie beantwoorden met intolerantie is nog nooit een oplossing geweest.

Vandaag staan we op een kruispunt in de geschiedenis. In welk België willen we samenleven en onze kinderen opvoeden? In een land waarin de haat tegenover een ander blauwblauw wordt gelaten? Een monolithisch land waarin elk verschil argwaan opwekt? Of in een open en inclusief België dat ieders rechten erkent?

In een tijd waarin iedereen kan kiezen, heeft iedereen vrijheid, maar ook verantwoordelijkheid. Elke stilte die volgt op homofoob geweld, is een vorm van medeplichtigheid. Niemand wil medeplichtig zijn, toch?