Arbeidsrechtbank Brussel (Nederlandstalig), 12 oktober 2015
Een personeelslid is langdurig ziek. De werkgever betaalt een vergoeding bovenop de uitkering van het ziekenfonds tot ze de leeftijd van 60 jaar bereikt. Vanaf 60 jaar kan ze zonder verlies aanspraak maken op de uitbetaling van de groepsverzekering. De werkgever beëindigt ook de arbeidsovereenkomst wegens meer dan 6 maand afwezigheid omwille van ziekte.
[Hoger beroep: Arbeidshof Brussel (Nederlandstalig), 21 februari 2017]
[Cassatie: Hof van Cassatie, 1 april 2019]
[Waarschuwing: vonnissen en arresten kunnen kwetsend taalgebruik bevatten.]
Beslissing
De eventuele discriminatie op grond van gezondheidstoestand wordt verworpen aangezien de wet het enkel heeft over huidige en toekomstige gezondheidstoestand maar niet verwijst naar een gezondheidstoestand in het verleden.
De discriminatie op grond van leeftijd wordt verworpen omdat alle personen die de leeftijd van 60 bereiken zich in dezelfde situatie bevinden. De arbeidsrechtbank stoelt zijn redenering op een arrest van het arbeidshof te Brussel van 28 mei 2013 dat evenwel verbroken werd door arrest van het Hof van Cassatie op 7 september 2015.
De arbeidsrechtbank meent dat het ontslag gerechtvaardigd is op grond van artikel 78 van de wet op de arbeidsovereenkomsten. De vraag is of dit strookt met EU-Hof van Justitie, C-555/07, 19 januari 2010, Kücükdeveci, dispositief.
Afgekort: Arb.rb. Brussel, 12 oktober 2015.
Wetgeving:
- Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten (3 juli 1978)