Rechtspraak over discriminatie
Op zoek naar rechtspraak over discriminatie? Eén van de opdrachten van Unia is het verzamelen en bekend maken van rechterlijke uitspraken die nuttig zijn om de antiracisme- en antidiscriminatiewetgeving (in ruime zin) te evalueren.
De databank op deze pagina verzamelt vonnissen en arresten over discriminatie, haatmisdrijven en haatspraak (met inbegrip van negationisme). Gebruik de zoektermen of filters om vonnissen en arresten te vinden. De teksten zijn geanonimiseerd en van een samenvatting voorzien. Daarnaast ontwikkelt Unia ook thematische analyses van rechtspraak.
Filter
Arbeidshof Brussel (Franstalig), 3 oktober 2022
De wet op de arbeidsovereenkomsten en de antidiscriminatiewet vullen elkaar aan. De werkgever kan de arbeidsovereenkomst opzeggen tijdens de schorsing van de uitvoering ervan wegens ziekte. Maar indien de opzegging van de arbeidsovereenkomst ingegeven is door de gezondheidstoestand van de werknemer, dan is ze strijdig met de Antidiscriminatiewet.
Arbeidshof Luik, afdeling Luik, 26 september 2022
Arbeidshof Bergen, 23 september 2022
De ontslagvergoeding in CAO nr. 109 (kennelijk onredelijk ontslag) en in de antidiscriminatiewet, kunnen worden gecumuleerd, want ze herstellen niet dezelfde schade en komen niet uit dezelfde oorzaak voort.
Hof van beroep Antwerpen, 15 september 2022
Correctionele rechtbank Luik, afdeling Hoei, 15 september 2022
Correctionele rechtbank Namen, afdeling Namen, 12 september 2022
Correctionele rechtbank Luik, afdeling Luik, 8 september 2022
Een man wordt veroordeeld tot een werkstraf van 120 uur voor het aanzetten tot discriminatie, haat en geweld. De man had gedurende 1,5 jaar haatboodschappen geplaatst op de sociale media.
Correctionele rechtbank Namen, afdeling Namen, 5 september 2022
Arbeidshof Brussel (Franstalig), 8 juli 2022
Grondwettelijk Hof, 7 juli 2022
De arbeidsrechtbank van Luik, afdeling Luik, stelde het Grondwettelijk Hof een aantal prejudiciële vragen over neutraliteit op het werk. Het Grondwettelijk Hof oordeelt dat het niet bevoegd is om kennis te nemen van de eerste prejudiciële vraag en dat de tweede en derde prejudiciële vraag geen antwoord behoeven.