Ga verder naar de inhoud

Raad voor de Journalistiek, 19 juni 2025

Een vzw diende een klacht in bij de Raad voor de Journalistiek naar aanleiding van een column van een bekende schrijver. De Raad voor de Journalistiek is van oordeel dat er met de publicatie van de column geen sprake is van aanzetten tot discriminatie of racisme, noch van stigmatisering, in dit geval antisemitisme, zoals bepaald in artikel 27 van de Code van de Raad voor de Journalistiek. 

[Zie ook: Correctionele rechtbank Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, 11 maart 2025]

[Waarschuwing: vonnissen en arresten kunnen kwetsend taalgebruik bevatten.]

Gepubliceerd op: 19/06/2025
Domeinen: Media en sociale media
Beschermde kenmerken: Racisme, Geen beschermd kenmerk
Rechtsinbreuk(en): Haatspraak, Aanzettingsmisdrijf, Negationisme
Rechtsmacht: Andere rechtsmacht
Rechtsgebied: -
Unia (burgerlijke) partij: neen

Feiten

Herman Brusselmans, een bekende schrijver, publiceerde in het tijdschrift Humo verschillende columns waarin hij zijn mening uitte over de oorlog tussen Israël en Hamas en de rol van de Joodse gemeenschap. In één van de columns schreef hij "dat ik iedere Jood die ik tegenkom een puntig mes los door de keel wil rammen".

Naar aanleiding van deze columns dienden 2 personen namens de Groep Herinnering vzw een klacht in bij de Raad voor de Journalistiek tegen Humo, Humo.be en Herman Brusselmans.

Juridische kwalificatie

De klagers baseerden hun klacht op artikel 27 van de Code van de Raad voor de Journalistiek:

  • De journalist zet niet aan tot discriminatie of racisme. Hij waakt erover dat de formulering van zijn berichtgeving niet stigmatiserend is, onder meer wanneer hij groepskenmerken vermeldt zoals etnische afkomst, nationaliteit, religie, levensbeschouwing, seksuele geaardheid, gender of leeftijd. 

Beslissing

De Raad voor de Journalistiek oordeelt dat de klacht ongegrond is.

De betwiste publicatie is een column van auteur Herman Brusselmans, die in Humo en op Humo.be elke week zijn mening geeft over een opvallende kop in de krant of op een nieuwssite, zoals de hoofding meldt. De columns zijn duidelijk als zodanig gemarkeerd. Brusselmans doet dat in zijn eigen stijl, die gekend staat als satirisch, provocerend, eenzijdig en met overdrijving. Ook de betwiste zin “ik word zo woedend dat ik iedere Jood die ik tegenkom een puntig mes los door de keel wil rammen”, past in die stijl. Deze zin moet gelezen worden in de context van de hele column, waarin stemmingswisselingen de rode draad vormen en Brusselmans na de betwiste zin meteen schrijft dat hij niet alle Joden over dezelfde kam scheert. 

Rekening houdend met de context van de column in zijn geheel is de Raad voor de Journalistiek van oordeel dat er met de publicatie van de column geen sprake is van aanzetten tot discriminatie of racisme, noch van stigmatisering, in dit geval antisemitisme, zoals bepaald in artikel 27 van de Code van de Raad voor de Journalistiek. 

Unia was geen betrokken partij.

Afgekort: Raad voor de Journalistiek, 19/6/2025

Wetgeving:

Op de hoogte blijven van juridisch nieuws?