Parallel rapport voor het Comité voor de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (CEDAW) (2022)

Wist je dat 86% van de mantelzorgers van mensen met een beperking vrouw is? Of dat de arbeidsparticipatie van vrouwen van buitenlandse origine lager blijft dan die van mannen en dat ze vaker deeltijds werken, in lager betaalde banen of in minder gewaardeerde sectoren (zoals huishoudelijke hulp)? 

Het zijn maar enkele van de thema’s van het parallel rapport dat Unia en Myria hebben opgesteld voor het Comité van de Verenigde Naties voor de uitbanning van discriminatie van vrouwen.

Als Nationale Mensenrechteninstelling stelt Unia een parallel rapport op wanneer België periodiek wordt geëvalueerd. De VN-comités gebruiken deze rapporten, net als die van het maatschappelijk middenveld, om met België in gesprek te gaan over de nationale mensenrechtensituatie en mogelijke verbeteringen.

Meer precieze gegevens nodig om discriminatie van vrouwen te bestrijden 

Op 31 oktober 2022 bracht het CEDAW zijn slotopmerkingen voor België uit met daarin een aantal bezorgdheden en aanbevelingen. 

Het Comité vestigt onder meer de aandacht op het gebrek aan “uitgesplitste” gegevens over discriminatie, ongelijkheid en geweld tegen vrouwen. Daarmee sluit het Comité aan bij een aanbeveling uit het parallel rapport van Unia. 

Bij het analyseren van uitgesplitste gegevens kan geslacht gekoppeld worden aan complementaire criteria als leeftijd, nationaliteit, handicap en het toebehoren aan een kwetsbare groep (Roma, vluchtelingen, asielzoekers). 

Uitgesplitste gegevens kunnen leiden tot een beter inzicht in de hinderpalen waarmee vrouwen te maken krijgen in uiteenlopende levensdomeinen (werk, onderwijs, huisvesting, gezondheid, cultuur, justitie, media, sport…). België kan zo een gericht beleid voeren waarbij rekening gehouden wordt met het intersectionele aspect van ongelijkheid en dat tegemoet komt aan de nodig van de meest kwetsbare groepen.